Gorter/Wij zilvren wezens, nevellichten, gewassen
Uiterlijk
< Gorter
← O als de zon schijnt | Verzen van Gorter (1890) door Herman Gorter | Gij zijt een stille witte blinkesneeuw → |
Uitgegeven in Amsterdam door W. Versluys. |
[ 5 ]
Wij zilvren wezens, nevellichten, gewassen
neven elkaar, onzeker, wilden het licht:
In misten van donker, onze groote vragen
vreemdelinge in scheemre mist om licht —
Teeder beginnen en glimlachend blinken,
lichtkens verrijzen, weigren te versterven,
zekerlijk lachen en lichtblijde blinken,
wenken en vlieden, vliedend omziend, wimprend,
wilgen van licht, linten van licht, wit zilvren
wateren licht, fleemlicht, zichten rillicht,
scheeden en bajonnetten licht, — lichtarmee.
neven elkaar, onzeker, wilden het licht:
In misten van donker, onze groote vragen
vreemdelinge in scheemre mist om licht —
Teeder beginnen en glimlachend blinken,
lichtkens verrijzen, weigren te versterven,
zekerlijk lachen en lichtblijde blinken,
wenken en vlieden, vliedend omziend, wimprend,
wilgen van licht, linten van licht, wit zilvren
wateren licht, fleemlicht, zichten rillicht,
scheeden en bajonnetten licht, — lichtarmee.
Ons vleesch bloeiend van licht, licht slempend,
onz' harten zwellend van licht, licht brekend,
oogen licht donzend, kristallen lichtkronen.
onz' harten zwellend van licht, licht brekend,
oogen licht donzend, kristallen lichtkronen.