Naar inhoud springen

Heinrich Witte-Wandelgids Bennekom (1902)/5

Uit Wikisource
[ 23 ]
 

V. DE GINKELSCHE WEG, DE TELEFOONWEG, DE BUURTHEI.

 

Er loopen twee wegen van Wageningen, den spoorweg snijdende, naar de Ginkel, aan den straatweg van Arnhem naar Amersfoort. Die, welke het meest algemeen onder dezen naam bekend is, nemen wij nu; den andere zullen we later leeren kennen.

Ofschoon van Wageningen, of liever van den Wageningschen grintweg af, beginnende en tot den Amerfoortschen straatweg doorgaande, is het aanvangspunt voor ons bij het pension-hôtel het Groene Woud, zoodat men uit het dorp komende, bij het hôtel Neder-Veluwe links af den Arnhemschen weg opgaande en de fraaie villa Erica passeerende, dit uitgangspunt, juist bij den ingang der groote laan van den Hullenberg, waar de Arnhemsche weg rechtsaf buigt, spoedig heeft bereikt.

Men slaat dan bij het Groene Woud links om, en houdt den breeden zandweg, tot men aan den hoofdingang van het landgoed Selterskamp komt. Een weinig verder ziet men dan den langen rechten weg in N. Oostelijke richting oploopen[1].

[ 24 ]'t Is een zeer ruwe, landelijke weg, met een twijfelachtig voetpad, maar die toch geen moeilijkheid oplevert. 't Is een mooie weg, al is het gezicht naar boven niet zoo schoon, als toen we hem op onze vorige wandeling van boven af zagen.

Aanvankelijk een dicht dennenbosch links en de uitgestrekte, oploopende hei rechts, deze versierd met overal verspreid staande opslag-Dennen, gelijk die Dennen worden genoemd, die niet door den mensch gezaaid werden, maar daar opkwamen van zaad, dat er van de bosschen in de nabijheid heengewaaid is. Daar ze zeer verspreid en dus vrij staan, konden ze naar hunne natuur opgroeien en hebben ze dus een veel fraaier aanzien dan de dicht bijeen staande in de bosschen, die, door den dichten stand, zich alleen in de hoogte, doch niet in de breedte konden ontwikkelen, en daardoor die lange rechte stammen verkregen. Veel van deze vrij staande Dennen zouden een park tot sieraad verstrekken.

Recht vóór ons uit vormt het bosch van den Balverenskamp (Hoekelum) een dichten achtergrond.

We komen nu weldra op het hooge punt, van waar we op onze vorige wandeling de mooie vergezichten bewonderden, en, na daar weer even stil gestaan te hebben, volgen we dat gedeelte van den weg langs het oude bosch, hetwelk wij reeds kennen, tot aan den Breukelerweg. Hier gaan we nu rechtsom, tot we spoedig aan [ 25 ]de plaats komen waar de weg weer linksom loopt en een lange beukenlaan begint[2].

Van het hooge punt af werd de weg reeds veel beter en hij blijft dit ook verderop.

't Is een mooie laan die we nu volgen, een aangename, licht beschaduwde wandeling tusschen jonge dennenbosschen. Na een goed eindweegs bereiken we een bank. Daar zien we een laan links en een andere rechts. Des verkiezende kan men dien aan de linkerzijde ingaan; men komt dan na een poos op een vrij breeden rijweg, die evenwijdig met den spoorweg (deze ligt hier in eene diepe uitgraving) loopt; dan rechtsaf gaande bereikt men spoedig het wachtershuisje. Deze weg is iets langer en minder beschaduwd dan wanneer men, gelijk wij nu willen doen, den Ginkelschen weg rechtuit blijft gaan[3].

[ 26 ]Komen we nu op de vlakte, dan zien we, links, een spoorwegwachtershuisje. Daar loopt de Ginkelsche weg heen en gaat over den spoorweg naar de hei.

Dit is echter nu ons plan niet. 't Zou ons ook te ver van huis voeren. Wy slaan daarom, nu we het verste punt van ons tegenwoordig doel bereikt hebben, onmiddellijk rechtsom, om langs een heel anderen weg huiswaarts te keeren.

Dit is aanvankelijk de telefoonweg, herkenbaar aan de daar langs geplaatste palen.

Deze weg, die een paar jaren geleden nog bijna onbegaanbaar was, is thans, dank zij de zorg der Vereeniging ter bevordering van Vreemdelingenverkeer, die er een goed wandelpad liet maken, gemakkelijk te begaan.

Wij volgen dien, met de dennenbosschen rechts en de uitgestrekte, kale heide links, naar boven, bij voorkeur niet omziende, vóór dat we het hoogste punt bereikt hebben, waar een bank staat. Het gezicht over de heide is zeer uitgestrekt, maar levert niet veel details op, wat toch niet belet dat het op zich zelf zeer fraai is.

Een weinig verder slaan we den hoek om, altijd de telefoonpalen volgende. Na een poos zien we een wandelpad links in rechte richting over de hei loopen. Dit komt bij de Pembroekbank uit, die we op onze volgende wandeling willen bezoeken.

Wij gaan nu rechtuit, oplettende dat we het volgende, [ 27 ]dus het tweede wandelpad aan onze linkerzijde niet voorbij loopen.

Dit moeten we nu hebben, 't Is, gelijk we spoedig zullen zien, een „mooi" pad, dat we in zijn slingerende richting maar blijven volgen, tot we boven op de hooge Buurthei terecht komen bij een wegwijzer, dien we voorbij gaan, om na eenige oogenblikken, op en af, andermaal een bank te bereiken.

Weer een uitgestrekt panorama, nu in Westelijke richting; reden waarom we gaarne op deze bank (het einddoel van veler wandeling in de andere richting, van Bennekom af) eenige oogenblikken uitrusten.

De Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer heeft zich zeer verdienstelijk gemaakt door het aanleggen van wandelpaden in verschillende richtingen over deze hooge heide, op welke een vreemdeling zich vroeger noode durfde wagen, en waarover toen slechts een paar nauw herkenbare voetpaadjes liepen. Die gelegenheid heeft om deze nieuwe paden allen af te wandelen, zal zich dit niet beklagen.

Nu, weder rechtuit, het wandelpad afgaande, komen we spoedig op een ruwen zandweg uit, langs welken het gemakkelijke pad is voortgezet.

Langzaam afdalende, letten we op een dergelijk pad, dat we spoedig ter linkerzijde bereiken. Dit loopt het bosch van Selterskamp in. We volgen het, en komen na een paar minuten uit in een mooie beukenlaan, juist waar die gebogen is. Rechtsom gaande, ligt hij uitlokkend over een groote lengte recht vóór ons.

Wij kiezen dezen weg, omdat wij dan, bij ons volgende bezoek aan dit landgoed, een anderen kunnen nemen. Dun zullen we, van de tegenovergestelde zijde, ook juist op dit punt terecht komen, en hem in de andere richting volgen.

[ 28 ]Deze mooie beukenlaan, met hooge dennenbosschen links en rechts, is een aangename wandeling. Aan het einde ervan komen we in een afloopenden, mullen, hollen zandweg, en als we dien ten einde zijn, slaan we rechtsom en dan komen we terecht onder aan den breeden zandweg, dien we een kwartier geleden verlieten toen we Selterskamp in gingen.

Bij het hooge dennenbosch gaan we rechtsaf en rechtuit, den weg links voorbij, tot we aan een breeden weg komen die hem snijdt. Nu linksaf en recht op het dorp aan, 't welk wij van hier in een minuut of tien bereiken.

Met deze wandeling zijn een goede twee uren gemoeid, als men zich onderweg niet ophoudt; het is dus zaak op een half uur meer te rekenen.

 

 
  1. Zij, die ten Noorden van het dorp, b.v. in het hôtel Oud-Vossenhol of in een der villa's verblijven, kunnen dien weg des verkiezende bekorten, door den weg schuin over de villa Rante mas in te gaan, en dien, langs de plaats waar het vuilnis verzameld en verbrand wordt, tot het eind toe te houden. Dáár steekt men dan bij een oud dennenbosch den zeer breeden zandweg, waarop men uitkomt, in schuine richting over, en men staat weldra op de plek die wij nu bereikten.
    Hier lette men echter op niet verder rechtuit langs Selterskamp, den in Oostelijke richting mede oploopenden weg te houden, maar bijna onmiddellijk rechtsaf te gaan, zoodat men de hei aan de rechterhand krijgt.
  2. Wil men de wandeling bekorten, dan kan men een smal boschpad ingaan, 't welk men ter rechterzijde ziet, even voor dat men aan de bocht komt. Wandelt men dit af, heel aan het einde een weinig rechts tusschen het hout doorgaande, dan komt men op de hei uit, dicht bij den telefoonweg. Men komt op dien weg, linksaf langs het bosch er recht op af gaande, of in schuine richting het voetpad volgende. Daar slaat men dan rechtsom, snijdt na een poos den straks opgewandelden Ginkelschen weg, en blijft rechtuit gaan, tot men aan den toren de richting herkent die men naar het dorp te volgen heeft.
  3. Ook hier kan men deze wandeling, en wel op tweeërlei wijzen bekorten, door de laan ter rechterzijde in te slaan. Een geregeld voetpad is er niet, maar dat levert toch geen wezenlijk bezwaar op. Een heel eind, tot op het hoogste punt, blijft dit een breede laan. Verder houden de boomen ter weerszijden op. Rechtuit gaande komt men ook hier op den Telefoonweg uit. Om een mooi vergezicht te hebben slaat men dan linksom en komt men spoedig aan een hoek. Even den hoek om staat een bank en van dit punt heeft men een zeer uitgestrekt panorama vóór zich.
    Men kan ook, die zijlaan volgende, tot daar waar de boomen eindigen, rechts een lang, recht pad afgaan, bij het jachthuisje van den heer Wurfbain, aan wien deze bosschen toebehooren. Van dit hoogste punt heeft men aan den anderen kant, door een opening (een weg als men wil) een mooi vergezicht. Gaat men dien rechtschen weg af, dan komt men uit op het in de vorige noot bedoelde boschpad, slaat linksom en vervolgt het op de daar vermelde wijze.