Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants/Inganno (3)

Uit Wikisource
In­gan­no. Be­drogh Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants (1644) door Cesare Ripa et al., vertaald door Dirck Pietersz Pers

In­gan­no. Be­drogh, Valsch­eyt, p. 30-31

In­gan­no. Be­drogh
Uitgegeven in Amstelredam door Dirck Pietersz Pers.
[ 30 ]

Inganno. Bedrogh, Valſcheyt.

EEn man bedeckt met een geyte-vel, doch alſoo, datmen nauwlijx het aengeſicht ſien kan, houdende in ſijn hand een viſchnett met eenige visjens Sargi geheeten, op de maniere als de vorellen. Waer van Alciatus aldus ſchrijft:

 Maer denckt eens om dees looſe guyt,
De viſſcher draeght een geyten huyt:
Het visjen dat het geytjen mint,
Dat wort door dit bedrogh verblint:
Ghy Hoeren bruyckt oock deſe list,
Als ghy de ſlechte Pollen viſcht.

[ 31 ]

Over al Bedrogh.

 Met list en met bedriegery,
Gaet het halve Iaer voorby:
Met bedrogh en ſnoode list,
Wort de ander helft verquist.