Kieswet/Hoofdstuk H
Hoofdstuk H. De inlevering van de kandidatenlijsten
Artikel H 1
1. Op de dag van de kandidaatstelling kunnen bij de voorzitter van het hoofdstembureau of bij het door deze aan te wijzen lid van dat bureau, op de secretarie van de gemeente waar dit bureau is gevestigd, van negen tot vijftien uur, kandidatenlijsten worden ingeleverd. Ten minste drie weken voor de kandidaatstelling brengt de burgemeester van elke gemeente dit ter openbare kennis.
2. Bij algemene maatregel van bestuur wordt geregeld waar en wanneer de formulieren voor de kandidatenlijsten, kosteloos, voor de kiezers verkrijgbaar zijn. Bij ministeriële regeling wordt voor het formulier een model vastgesteld.
Artikel H 2
1. Bij een verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, onderscheidenlijk provinciale staten van een provincie die uit meer dan één kieskring bestaat, kan, indien in alle kieskringen aan de verkiezing wordt deelgenomen met kandidatenlijsten waarop meer dan dertig namen van kandidaten zijn geplaatst en waarvan behoudens ten hoogste de laatste vijf, de namen dezelfden zijn en in dezelfde volgorde zijn geplaatst, worden volstaan met inlevering bij één hoofdstembureau. Voor zover het kandidatenlijsten betreft waarop alle kandidaten dezelfden zijn en in dezelfde volgorde zijn geplaatst, kan voor kandidatenlijsten van politieke groeperingen wier aanduiding was geplaatst boven een kandidatenlijst waaraan bij de laatstgehouden verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, onderscheidenlijk provinciale staten, een of meer zetels zijn toegekend, worden volstaan met inlevering van één lijst bij één hoofdstembureau. Het bepaalde in de vorige volzinnen is mede van toepassing ten aanzien van samenvoeging van aanduidingen van twee of meer groeperingen, indien bij de laatstgehouden verkiezing van de leden van het desbetreffende vertegenwoordigende orgaan, hetzij aan de gezamenlijke groeperingen, hetzij aan ten minste één daarvan, één of meer zetels zijn toegekend.
2. De in het eerste lid bedoelde inlevering geschiedt bij het hoofdstembureau van kieskring 12 ('s-Gravenhage), indien het betreft een verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, en bij het hoofdstembureau van de kieskring waarin de gemeente is gelegen waar de vergadering van de staten wordt gehouden, indien het betreft een verkiezing van de leden van provinciale staten. Voor de toepassing van de artikelen H 11 en I 10, derde lid, wordt deze inlevering geacht te hebben plaatsgevonden in alle kieskringen.
Artikel H 3
1. De inlevering van de lijst geschiedt persoonlijk door een kiezer, bevoegd tot deelneming aan de verkiezing. Indien de inleveraar niet als kiezer is geregistreerd in de gemeente waar het hoofdstembureau is gevestigd, legt hij tevens over een verklaring van burgemeester en wethouders van de gemeente waar hij als kiezer is geregistreerd, dat hij bevoegd is tot deelneming aan de verkiezing. De voorzitter van het hoofdstembureau of het door deze aangewezen lid van dat bureau kan verlangen dat de inleveraar van zijn identiteit doet blijken. De kandidaten kunnen bij de inlevering aanwezig zijn.
2. Aan degene die de lijst inlevert, kan door de gemachtigde, bedoeld in het derde lid van de artikelen G 1, G 2 of G 3, de bevoegdheid worden verleend boven de lijst de aanduiding van de desbetreffende groepering te plaatsen, zoals deze door het centraal stembureau is geregistreerd. Een verklaring van de gemachtigde waaruit deze bevoegdheid blijkt, wordt bij de lijst overgelegd.
3. Degene die de lijst inlevert, is bevoegd daarboven een aanduiding te plaatsen, gevormd door samenvoeging van voor de desbetreffende verkiezing geregistreerde aanduidingen of afkortingen daarvan, indien hem daartoe de bevoegdheid is verleend door de gemachtigden van de onderscheidene groeperingen. Verklaringen van de gemachtigden waaruit deze bevoegdheid blijkt, worden bij de lijst overgelegd. Een aldus gevormde aanduiding mag niet meer dan 35 letters of andere tekens bevatten.
4. Degene die de lijst heeft ingeleverd, ontvangt van de voorzitter van het hoofdstembureau of van het door deze aangewezen lid van dat bureau een bewijs daarvan.
5. Bij algemene maatregel van bestuur wordt geregeld waar en wanneer de formulieren voor de verklaringen met betrekking tot het plaatsen van aanduidingen van politieke groeperingen boven kandidatenlijsten, kosteloos, verkrijgbaar zijn. Bij ministeriële regeling wordt voor de formulieren een model vastgesteld.
Artikel H 4
1. Bij de lijst worden overgelegd schriftelijke verklaringen van kiezers dat zij de lijst ondersteunen. Op deze verklaringen worden de kandidaten op dezelfde wijze en in dezelfde volgorde vermeld als op de lijst. Bij een verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, provinciale staten onderscheidenlijk een gemeenteraad waarin het aantal te verdelen zetels in de raad ten minste negenendertig is bedraagt het aantal over te leggen verklaringen ten minste dertig, bij een verkiezing van de leden van een gemeenteraad waarin het aantal te verdelen zetels minder dan negenendertig, doch minimaal negentien is, bedraagt het aantal over te leggen verklaringen ten minste twintig en bij een verkiezing van de leden van een gemeenteraad waarin het aantal te verdelen zetels minder dan negentien is, bedraagt het aantal over te leggen verklaringen ten minste tien.
2. Verklaringen van ondersteuning kunnen slechts worden afgelegd door personen die binnen de kieskring waarvoor die lijst geldt, als kiezer zijn geregistreerd voor de desbetreffende verkiezing.
3. De kiezer die een verklaring van ondersteuning wenst af te leggen, ondertekent binnen een termijn van zeven dagen voorafgaand aan of op de dag van de kandidaatstelling deze verklaring ter secretarie van de gemeente waar hij als kiezer is geregistreerd, in aanwezigheid van de burgemeester of een door deze daartoe aangewezen ambtenaar. De kiezer geeft daarbij de burgemeester of de ambtenaar blijk van zijn identiteit.
4. De burgemeester of de door hem daartoe aangewezen ambtenaar gaat onverwijld na of de ondertekenaar als kiezer in zijn gemeente is geregistreerd. Indien hem blijkt dat dit het geval is, tekent hij dit op de verklaring aan.
5. Een kiezer mag niet meer dan één verklaring van ondersteuning ondertekenen.
6. Een overgelegde verklaring van ondersteuning kan niet worden ingetrokken.
7. Bij algemene maatregel van bestuur wordt geregeld waar en wanneer de formulieren voor de verklaringen van ondersteuning, kosteloos, voor de kiezers verkrijgbaar zijn. Bij ministeriële regeling wordt voor het formulier een model vastgesteld.
8. De in het eerste lid bedoelde verplichting geldt niet voor een kandidatenlijst van een politieke groepering, indien de aanduiding daarvan was geplaatst boven een kandidatenlijst waaraan bij de laatstgehouden verkiezing van de leden van het desbetreffende vertegenwoordigende orgaan een of meer zetels zijn toegekend. De vorige volzin is mede van toepassing ten aanzien van:
a. samenvoeging van aanduidingen van twee of meer groeperingen, indien bij de laatstgehouden verkiezing van de leden van het desbetreffende orgaan, hetzij aan de gezamenlijke groeperingen, hetzij aan tenminste één daarvan, één of meer zetels zijn toegekend;
b. een nieuwe aanduiding indien twee of meer groeperingen als één groepering onder een nieuwe naam samen aan de verkiezingen deelnemen en bij de laatstgehouden verkiezingen van de leden van het desbetreffende orgaan, aan ieder van de afzonderlijke groeperingen één of meer zetels zijn toegekend.
Artikel H 5
Op de lijst kunnen een gemachtigde en desgewenst diens plaatsvervangers worden aangewezen, bevoegd tot het verbinden van de lijst met andere lijsten tot een lijstencombinatie. Voorts worden op de lijst een of meer personen vermeld die bij verhindering van de inleveraar bevoegd zijn tot het herstel van verzuimen, bedoeld in artikel I 2.
Artikel H 6
1. De namen van de kandidaten worden op de lijsten geplaatst in de volgorde waarin aan hen de voorkeur wordt gegeven.
2. Op dezelfde lijst mogen de namen van ten hoogste dertig kandidaten worden geplaatst. Op dezelfde lijst van een politieke groepering wier aanduiding was geplaatst boven een kandidatenlijst waaraan bij de laatstgehouden verkiezing van de leden van het desbetreffende vertegenwoordigend orgaan meer dan vijftien zetels zijn toegekend, mag een aantal namen worden geplaatst dat ten hoogste tweemaal het aantal zetels bedraagt, doch nimmer meer dan tachtig. Het bepaalde in de vorige volzin is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van samenvoeging van aanduidingen van twee of meer groeperingen.
Artikel H 7
1. De naam van een kandidaat mag niet voorkomen op een lijst, indien de kandidaat tijdens de zittingsperiode van het orgaan waarvoor de verkiezing zal plaatshebben, niet de voor het zitting nemen in dat orgaan vereiste leeftijd zal bereiken.
2. De naam van eenzelfde kandidaat mag niet voorkomen op meer dan één van de lijsten welke bij eenzelfde hoofdstembureau zijn ingeleverd.
3. Indien voor de verkiezing van de leden van provinciale staten of de gemeenteraad op een lijst de naam voorkomt van een kandidaat die geen ingezetene is van de provincie, onderscheidenlijk de gemeente, dient bij de lijst te worden overgelegd een door die kandidaat ondertekende verklaring, waaruit blijkt, dat hij voornemens is zich bij benoeming te vestigen in de provincie, onderscheidenlijk gemeente.
Artikel H 8
De wijze waarop kandidaten op de lijst worden vermeld, wordt geregeld bij algemene maatregel van bestuur.
Artikel H 9
1. Bij de lijst wordt overgelegd een schriftelijke verklaring van iedere daarop voorkomende kandidaat dat hij instemt met zijn kandidaatstelling op deze lijst.
2. Een overgelegde verklaring van instemming kan niet worden ingetrokken.
3. Bij de lijst wordt van iedere kandidaat die geen zitting heeft in het vertegenwoordigend orgaan waarvoor de verkiezing wordt gehouden, tevens een kopie van een geldig legitimatiebewijs overgelegd. Indien van een dergelijke kandidaat een kopie van een geldig legitimatiebewijs ontbreekt, wordt de verklaring van instemming van de betreffende kandidaat geacht te ontbreken.
4. Bij algemene maatregel van bestuur wordt geregeld waar en wanneer de formulieren voor de verklaringen van instemming, kosteloos, voor de kiezers verkrijgbaar zijn. Bij ministeriële regeling wordt voor het formulier een model vastgesteld.
5. Indien de kandidaat zich buiten Nederland bevindt, is de verklaring niet aan enig formulier gebonden.
Artikel H 10
1. De kandidaat wiens woonplaats buiten Nederland is gelegen, wijst in de verklaring van instemming tevens een in Nederland wonende gemachtigde aan met vermelding van diens naam, voorletters, woonplaats en adres. Indien de kandidaat voorkomt op meer dan één lijst, moet in iedere verklaring dezelfde gemachtigde worden aangewezen. Deze gemachtigde is met uitsluiting van de kandidaat bevoegd tot de handelingen, bedoeld in de artikelen V 2, eerste, vierde en vijfde lid, V 3, eerste en derde lid, en W 2, eerste lid, onder e.
2. De kandidaat is bevoegd de overeenkomstig het eerste lid gegeven volmacht in te trekken. Hij geeft hiervan schriftelijk kennis aan de voorzitter van het centraal stembureau, zo nodig met aanwijzing van een nieuwe gemachtigde.
Artikel H 10a
1. De in Nederland wonende kandidaat kan in geval van een verkiezing voor de leden van de Tweede Kamer en van provinciale staten van een provincie die uit meer dan één kieskring bestaat, bij de verklaring van instemming tevens een in Nederland wonende gemachtigde aanwijzen met vermelding van diens naam, voorletters, woonplaats en adres. Indien de kandidaat voorkomt op meer dan één lijst, wordt in iedere verklaring dezelfde gemachtigde aangewezen. Deze gemachtigde is met uitsluiting van de kandidaat bevoegd tot de handelingen, bedoeld in de artikelen V 2, eerste, vierde en vijfde lid, V 3, eerste en tweede lid, en W 2, eerste lid, onder e .
2. Van de machtiging kan alleen gebruik worden gemaakt, indien dit gebruik ertoe strekt dat kandidaten van de gezamenlijke lijsten van de politieke groepering benoemd worden verklaard in de volgorde die voor de dag van de stemming door de politieke groepering is vastgesteld.
3. In geval van een benoeming voorafgaande aan de eerste samenkomst van het nieuw gekozen orgaan, kan van de machtiging geen gebruik worden gemaakt ten aanzien van kandidaten die op de gezamenlijke lijsten waarop zij voorkomen een aantal stemmen hebben verkregen, groter dan 25% van de kiesdeler.
4. De politieke groepering deelt de in het tweede lid bedoelde volgorde uiterlijk twee weken na de kandidaatstelling mee aan het centraal stembureau. De voorzitter van het centraal stembureau draagt er zorg voor dat de volgorde zo spoedig mogelijk in de Staatscourant wordt bekendgemaakt.
5. Artikel H 10, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.
Artikel H 11
1. Kandidatenlijsten, ingeleverd in verschillende kieskringen, waarop dezelfde kandidaten in gelijk aantal en in dezelfde volgorde zijn geplaatst, vormen te zamen een stel gelijkluidende lijsten.
2. Kandidatenlijsten, ingeleverd in verschillende kieskringen, waarboven dezelfde aanduiding van een politieke groepering is geplaatst of waarvan de eerste kandidaat dezelfde is, vormen te zamen een lijstengroep. Het bepaalde in de vorige volzin is mede van toepassing ten aanzien van samenvoeging van aanduidingen van twee of meer groeperingen.
Artikel H 12
1. Indien het betreft de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, moet voor elke lijstengroep, elk niet van een groep deel uitmakend stel gelijkluidende lijsten en elke op zichzelf staande lijst een waarborgsom van € 11. 250 worden betaald aan het Rijk.
2. De in het eerste lid bedoelde verplichting tot betaling geldt niet voor een kandidatenlijst van een politieke groepering, indien de aanduiding daarvan was geplaatst boven een kandidatenlijst waaraan bij de laatstgehouden verkiezing van de leden van de Tweede Kamer een of meer zetels zijn toegekend. Het bepaalde in de vorige volzin is mede van toepassing ten aanzien van samenvoeging van aanduidingen van twee of meer groeperingen, indien bij de laatstgehouden verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, hetzij aan de gezamenlijke groeperingen, hetzij aan ten minste één daarvan, één of meer zetels zijn toegekend.
3. Degene die de in het eerste lid bedoelde betaling heeft verricht, ontvangt voor elke kieskring een bewijs daarvan. Dit bewijs moet bij de indiening van de lijst worden ingeleverd.
4. Indien geen lijst wordt ingeleverd, wordt na de vaststelling van de uitslag van de verkiezing door het Rijk de waarborgsom teruggegeven aan degene die de betaling heeft verricht.
5. Na de vaststelling van de uitslag van de verkiezing door het centraal stembureau wordt de waarborgsom teruggegeven aan degene die de betaling heeft verricht, tenzij het stemcijfer van de lijstengroep, het niet van een groep deel uitmakende stel gelijkluidende lijsten of de op zichzelf staande lijst lager is dan 75 procent van de kiesdeler, bedoeld in artikel P 5. In dat geval vervalt de waarborgsom aan het Rijk.
Artikel H 13
1. Indien het betreft de verkiezing van de leden van provinciale staten, moet voor elke lijstengroep, elk niet van een groep deel uitmakend stel gelijkluidende lijsten en elke op zichzelf staande lijst een waarborgsom van € 1 125 worden betaald aan de gemeente waar het centraal stembureau is gevestigd.
2. De in het eerste lid bedoelde verplichting tot betaling geldt niet voor een kandidatenlijst van een politieke groepering, indien de aanduiding daarvan was geplaatst boven een kandidatenlijst waaraan bij de laatstgehouden verkiezing van de leden van provinciale staten een of meer zetels zijn toegekend. Het bepaalde in de vorige volzin is mede van toepassing ten aanzien van samenvoeging van aanduidingen van twee of meer groeperingen, indien bij de laatstgehouden verkiezing van de leden van provinciale staten, hetzij aan de gezamenlijke groeperingen, hetzij aan ten minste één daarvan, één of meer zetels zijn toegekend.
3. Degene die de in het eerste lid bedoelde betaling heeft verricht, ontvangt voor elke kieskring een bewijs daarvan. Dit bewijs moet bij de indiening van de lijst worden ingeleverd.
4. Indien geen lijst wordt ingeleverd, wordt na de vaststelling van de uitslag van de verkiezing door de gemeente waar het centraal stembureau is gevestigd de waarborgsom teruggegeven aan degene die de betaling heeft verricht.
5. Na de vaststelling van de uitslag van de verkiezing door het centraal stembureau wordt de waarborgsom teruggegeven aan degene die de betaling heeft verricht, tenzij het stemcijfer van de lijstengroep, het niet van een groep deel uitmakende stel gelijkluidende lijsten of de op zichzelf staande lijst lager is dan 75 procent van de kiesdeler, bedoeld in artikel P 5, en aan de lijst geen zetel is toegewezen. In dat geval vervalt de waarborgsom aan de gemeente waar het centraal stembureau is gevestigd.
Artikel H 14
1. Indien het betreft de verkiezing van de leden van de gemeenteraad, moet voor elke lijst een waarborgsom van € 225 worden betaald aan de gemeente.
2. De in het eerste lid bedoelde verplichting tot betaling geldt niet voor een kandidatenlijst van een politieke groepering, indien de aanduiding daarvan was geplaatst boven een kandidatenlijst waaraan bij de laatstgehouden verkiezing van de leden van de gemeenteraad een of meer zetels zijn toegekend. Het bepaalde in de vorige volzin is mede van toepassing ten aanzien van samenvoeging van aanduidingen van twee of meer groeperingen, indien bij de laatstgehouden verkiezing van de leden van de gemeenteraad, hetzij aan de gezamenlijke groeperingen, hetzij aan ten minste één daarvan, één of meer zetels zijn toegekend.
3. Degene die de in het eerste lid bedoelde betaling heeft verricht, ontvangt een bewijs daarvan. Dit bewijs moet bij de indiening van de lijst worden overgelegd.
4. Indien geen lijst wordt ingeleverd, wordt na de vaststelling van de uitslag van de verkiezing door de gemeente de waarborgsom teruggegeven aan degene die de betaling heeft verricht.
5. Na de vaststelling van de uitslag van de verkiezing door het centraal stembureau wordt de waarborgsom teruggegeven aan degene die de betaling heeft verricht, tenzij het stemcijfer van de lijst lager is dan 75 procent van de kiesdeler, bedoeld in artikel P 5, en aan de lijst geen zetel is toegewezen. In dat geval vervalt de waarborgsom aan de gemeente.
Artikel H 15
Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld betreffende het betalen van waarborgsommen ten behoeve van de kandidatenlijsten. Bij ministeriële regeling worden voor de bewijzen van betaling van de waarborgsom modellen vastgesteld.