Kieswet/Hoofdstuk Z
Hoofdstuk Z. Straf-, slot- en overgangsbepalingen
§ 1. Strafbepalingen
[bewerken]Artikel Z 1
Degene die stembiljetten, kiezerspassen, volmachtbewijzen of briefstembewijzen namaakt of vervalst met het oogmerk deze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie.
Artikel Z 2
Degene die opzettelijk als echt en onvervalst gebruikt of door anderen doet gebruiken stembiljetten, kiezerspassen, volmachtbewijzen of briefstembewijzen, die hij zelf heeft nagemaakt of vervalst of waarvan de valsheid of vervalsing hem, toen hij ze ontving, bekend was, of deze, met het oogmerk om ze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, in voorraad heeft, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie.
Artikel Z 3
Degene die stembiljetten, kiezerspassen, volmachtbewijzen of briefstembewijzen voorhanden heeft met het oogmerk deze wederrechtelijk te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
Artikel Z 4
1. Degene die bij een verkiezing door gift of belofte een kiezer omkoopt om volmacht te geven tot het uitbrengen van zijn stem, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.
2. Degene die bij een verkiezing door gift of belofte een kiezer omkoopt dan wel anderszins daartoe dwingt om een verklaring als bedoeld in artikel H 4, eerste lid, af te leggen ter ondersteuning van een lijst, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.
3. Met dezelfde straf wordt gestraft de kiezer die zich door gift of belofte tot het bij volmacht stemmen of het afleggen van een ondersteuningsverklaring laat omkopen.
Artikel Z 5
1. Bij veroordeling wegens een van de in de artikelen Z 1 tot en met Z 4 omschreven misdrijven kan ontzetting van de in artikel 28, eerste lid, onder 1°, 2° en 4°, van het Wetboek van Strafrecht vermelde rechten worden uitgesproken.
2. Bij veroordeling tot een vrijheidsstraf van ten minste een jaar wegens een van de in de artikelen Z 1 tot en met Z 3 omschreven misdrijven, kan ontzetting van het in artikel 28, eerste lid, onder 3°, van het Wetboek van Strafrecht vermelde recht worden uitgesproken.
Artikel Z 6
Degene die bij een verkiezing als gemachtigde stemt voor een persoon, wetende dat deze overleden is, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de tweede categorie.
Artikel Z 7
Degene die bij een verkiezing een ander heeft gemachtigd voor hem te stemmen en niettemin in persoon aan de stemming deelneemt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de tweede categorie.
Artikel Z 8
Degene die stelselmatig personen aanspreekt of anderszins persoonlijk benadert ten einde hen te bewegen het formulier op hun oproepingskaart, bestemd voor het stemmen bij volmacht, te ondertekenen en deze kaart af te geven, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de derde categorie.
Artikel Z 8a
De onderdaan van een lid-staat van de Europese Gemeenschappen die zowel in Nederland als in een andere lid-staat aan een stemming voor de verkiezing van de leden van het Europees Parlement deelneemt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de tweede categorie.
Artikel Z 9
De werkgever die de hem bij artikel J 10 opgelegde verplichting niet nakomt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste veertien dagen of geldboete van de tweede categorie.
Artikel Z 10
De voorzitter, de leden en de opgeroepen plaatsvervangende leden van het stembureau die gedurende de zitting buiten noodzaak afwezig zijn zonder dat in vervanging is voorzien, worden gestraft met geldboete van de eerste categorie.
Artikel Z 11
De in de artikelen Z 1 tot en met Z 4 bedoelde strafbare feiten worden als misdrijven beschouwd en de in de artikelen Z 6 tot en met Z 10 bedoelde strafbare feiten als overtredingen.
§ 2. Slot- en overgangsbepalingen
[bewerken]Artikel Z 12
1. Wanneer bij of krachtens deze wet voorgeschreven verrichtingen op een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag zouden vallen, treedt de eerstvolgende dag, geen zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag zijnde, daarvoor in de plaats. Deze bepaling is mede van toepassing op het tegelijk aftreden van de leden van vertegenwoordigende organen.
2. Voor zover de bepaling van de tijd voor die verrichtingen aan het openbaar gezag is opgedragen, worden daarvoor geen zaterdagen, zondagen of algemeen erkende feestdagen aangewezen.
3. Onder algemeen erkende feestdagen worden verstaan de in artikel 3 van de Algemene termijnenwet (Stb. 1964, 314) als zodanig genoemde en de bij of krachtens dat artikel daarmee gelijkgestelde dagen.
Artikel Z 13
De bij deze wet gevoegde tabel maakt deel uit van deze wet.
Artikel Z 14 [Vervallen per 11-05-2005]
Artikel Z 15 [Vervallen per 11-05-2005]
Artikel Z 16 [Vervallen per 11-05-2005]
Artikel Z 17 [Vervallen per 11-05-2005]
Artikel Z 18 [Vervallen per 11-05-2005]
Artikel Z 19 [Vervallen per 11-05-2005]
Artikel Z 20
1. Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
2. Voor de bekendmaking van deze wet stelt Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de nummering van de artikelen, paragrafen en hoofdstukken van deze wet opnieuw vast en brengt hij de in deze wet voorkomende aanhalingen van de artikelen, paragrafen en hoofdstukken met de nieuwe nummering in overeenstemming.
Artikel Z 21
Deze wet kan worden aangehaald als Kieswet.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 28 september 1989
BEATRIX
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,
D.IJ.W. de Graaff-Nauta
Uitgegeven de negentiende oktober 1989
De Minister van Justitie,
F. Korthals Altes