Apocriefe boeken/Toevoegsels op Ester 7
Toevoegsels op Ester 7 | |
Auteur | Anoniem |
Genre(s) | Religie |
Brontaal | Nederlands |
Datering | 1906 |
Vertaler | Adolf Visscher (1686-1746) |
Bron | Anoniem (1906) De apocriefe boeken. Uit de Hoogduitsche vertaling van M. Luther eertijds door Adolf Visscher in het Nederduitsch overgezet, [Amsterdam]: Nederlandsch Bijbelgenootschap, pp. 157-158. Zie Bestand:De apocriefe boeken p 157.jpg en Bestand:De apocriefe boeken p 158.jpg. |
Auteursrecht | Publiek domein |
[...] 7. Uitlegging van den droom: Israël wordt gered. | |||
EN Mordechai sprak: God heeft dit alles zoo geschikt. 2 Ik denk aan | |||
3 | mijnen droom en het is evenzoo gegaan, als ik gedroomd heb. De | ||
kleine fontein, die een groote waterstroom werd, toen de zon scheen | |||
en het licht werd, is Ester, welke de koning tot gemalin genomen en | |||
4 | tot koningin gemaakt heeft. De twee draken zijn ik en Haman: 5 de één | ||
beduidt de heidenen, die te zamen kwamen en den naam der Joden | |||
6 | verdelgen wilden; de ander beduidt mijn volk Israël, dat tot den Heer | ||
riep, en de Heer hielp zijn volk, en verloste ons van dat ongeluk. Hij | |||
doet groote teekenen en wonderen onder de heidenen; want hij heeft | |||
altijd een onderscheid gemaakt tusschen zijn volk en de heidenen; en | |||
| |||
toen het tijdstip gekomen was, dat de heidenen op het hoogmoedigst | |||
en wij op het zwakst waren, en dat God zou richten, heeft hij aan | |||
7 | zijn volk gedacht en aan zijn erfdeel de overwinning gegeven. En deze | ||
dagen zal men houden in de maand Adar, op den veertienden en | |||
en vijftienden dag dier maand, met alle vreugde en met groote naar- | |||
stigheid, als het volk te zamen komt; en het zal eeuwiglijk gehouden | |||
worden onder het volk van Israël. | |||
In het vierde jaar enz. (hoofdst. 5 oud.) | |||
IN het vierde jaar van koning Ptolemeüs en Cleopatra brachten Dositheüs, | |||
die zich voor een priester uit den stam Levi uitgaf, en Ptolemeüs, | |||
den zoon, deze brief van de Purim, en zeiden, dat Lysimachus, de zoon | |||
van Ptolemeüs, dien overgezet had, te Jeruzalem. |