De Avondpost/Nummer 8720/Onafhankelijke bespiegelingen over de Kunst

Uit Wikisource
Onafhankelijke bespiegelingen over de Kunst [3]
Auteur(s) Theo van Doesburg
Datum Zaterdag 18 en zondag 19 oktober 1913
Titel Onafhankelijke bespiegelingen over de Kunst. (Slot.)
Krant De Avondpost
Jg, nr [29], 8720
Editie, pg [Dag], B. 2.
Genre(s) Proza
Brontaal Nederlands
Auteursrecht Publiek domein
[aflevering 1] · [aflevering 2] · [aflevering 3] · [aflevering 4] · [aflevering 5] · [aflevering 6] · [aflevering 7] · [aflevering 8]

[B. 2.]


[...]


Onafhankelijke bespiegelingen over de Kunst.

door Theo van Doesburg.

(Slot.)

      De behoefte of het innerlijk bevel (bij het genie) om zijn gevoelens openbaar te maken, doet de kunstenaar een stoffelijken vorm kiezen, die met zijn natuur overeenstemd, een vorm waarin hij het innerlijk leven van zichzelf, van enkelen of van de geheele menschheid uitstort. Hoe ruimer de kring is dien hij met zijn of met ons aller gevoelens kan bereiken, hoe meer hij zijn roeping als openbaarmaker, of kunstenaar, bereikt, en hoe langer zijn werken, wat hunne innerlijke waarde aangaat, zullen blijven voortleven.
      Hoe klaarder en eenvoudiger de vorm en de behandeling van den vorm is, hoe gemakkelijker de menschheid tot het wezenlijke van het kunstwerk doordringt.
Hoe duisterder en ingewikkelder de vorm is, dien hij voor de uitstorting van zijn gevoelens kiest, hoe moeilijker de menschheid tot het wezenlijke van het kunstwerk doordringt. Hoe gezonder, opbouwender en zedelijker de gevoelens zijn, die hij in den vorm of het kunstwerk uitstort, hoe gezonder, opbouwender en zedelijker de invloed van zijn werk op de menschheid zijn zal.
      Hoe ongezonder, dierlijker, 1) vernietigender of onzedelijker de gevoelens, die hij in den vorm of het kunstwerk uitstort zijn, hoe ongezonder, dierlijker, vernietigender en onzedelijker de invloed van het werk op de menschheid zijn zal.
      Hoe bewuster de kunstenaar van het innerlijk - menschelijk leven is, hoe geestelijker, gedachtevoller en menschelijker het werk zijn zal.
      Hoe onbewuster de kunstenaar van het innerlijk - menschelijk leven is, hoe gedachteloozer het werk zijn zal.
      Opdat de gevoelens die uit het innerlijk leven ontstaan draagkracht zullen hebben in den vorm (de techniek en het onderwerp) is het noodig dat de vorm bezoeld is. Alleen een bezielde vorm conserveert de openbaring van den kunstenaar, zoodat die openbaring draagkracht hebbende in den vorm, voor eeuwen behouden blijft. Ontspringt een werk niet uit gevoelens of innerlijke openbaring, bepaalt de handeling zich alleen tot het beeld of onbezield overbrengen van de natuurvormen, zoo behoort zulk een werk niet tot de Kunst. Worden de natuurvormen: gewassen, dieren, menschen, of voorwerpen bezield in een der vormen van kunst, b.v. als schilderij, overgebracht, dan behoort, het gerekend te worden tot de goede soort ‘van schilderkundige wetenschap , alzoo tot de bezielde schilderkunde.
      Worden de natuurvormen 2) onbezield in een vorm van kunst overgebracht dan staat zulk werk gelijk met het reproductief mechanisme; met de kinematograaf en de photografie; alzoo tot de technische wetenschap.
————————
      1) Zooals bijv. de gevoelens, die den grondslag vormen van het „futurisme”. Zie hierover „Eenheid” no. 127.
      2) Evenals de schrijfmachine, zou er zonder veel moeite op niet ongelijke wijze een teeken- en schildermachine gemaakt kunnen worden. Op deze manier zouden door het aanpassen van zekere lijnvormen of het tegenover elkaâr plaatsen van zekere kleuren door iemand met een beetje handigheid, teekeningen en schilderijen gemaakt kunnen worden.
      Op academies zouden dergelijke instrumenten goede diensten bewijzen.
      De pianola is reeds een dergelijke brok mechanisme op „muzikaal” gebied.