Flora- en faunawet/Hoofdstuk IX

Uit Wikisource
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
   Wet van 25 mei 1998, houdende regels ter bescherming van in het wild levende planten- en diersoorten   
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Hoofdstuk II Aanwijzing van beschermde soorten
Hoofdstuk III Algemene verbodsbepalingen
Hoofdstuk IV Beschermde leefomgeving
Hoofdstuk V Bijzondere bepalingen
Hoofdstuk VI Het faunafonds
Hoofdstuk VII Overige bepalingen
Hoofdstuk VIII Toezicht, straf- en dwangbepalingen
Hoofdstuk IX Overgangs- en slotbepalingen

Hoofdstuk IX. Overgangs- en slotbepalingen[bewerken]

Paragraaf 1. Overgangsbepalingen[bewerken]

Artikel 114[bewerken]

1. Vergunningen en ontheffingen verleend krachtens de Vogelwet 1936, de Jachtwet, artikel 25 van de Natuurbeschermingswet of de Wet bedreigde uitheemse dier- en plantensoorten blijven van kracht voor de tijd dat zij zijn verleend.
2. Op vergunningen en ontheffingen als bedoeld in het eerste lid is het bepaalde in artikel 80 van toepassing.

Artikel 115[bewerken]

1. Ten aanzien van degene aan wie voor het tijdstip van inwerkingtreding van de artikelen 38 tot en met 44 te rekenen vanaf 1 januari 1977 in enig jaar een jachtakte als bedoeld in de Jachtwet, dan wel een vergunning als bedoeld in artikel 11 van de Vogelwet 1936 inzake haviken of slechtvalken is uitgereikt, is het bepaalde in artikel 39, eerste lid, onderdeel c, niet van toepassing.
2. Gedurende een periode van twee jaar en zes maanden na inwerkingtreding van de artikelen 38 tot en met 44 van de wet is het bepaalde in artikel 39, eerste lid, onderdeel c, niet van toepassing indien een jachtexamen als erkend onder de Jachtwet met gunstig gevolg is behaald.
3. Ten aanzien van degene aan wie op grond van het tweede lid een jachtakte is uitgereikt, is het bepaalde in artikel 39, eerste lid, onderdeel c, niet van toepassing.

Artikel 116[bewerken]

Ten aanzien van degene aan wie voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 62, op grond van artikel 15 van de Vogelwet 1936 vergunning is verleend, ten behoeve van het prepareren van beschermde vogels, is het bepaalde in artikel 62, tweede lid, niet van toepassing.

Artikel 117[bewerken]

[Wijzigt deze wet.]

Artikel 118[bewerken]

[Wijzigt deze wet.]

Artikel 119[bewerken]

[Wijzigt deze wet.]

Paragraaf 2. Slotbepalingen[bewerken]

Artikel 120[bewerken]

[Wijzigt de Wet op de economische delicten.]

Artikel 121[bewerken]

[Wijzigt de Wet wapens en munitie.]

Artikel 122[bewerken]

[Wijzigt de Wet milieubeheer.]

Artikel 123[bewerken]

1. De artikelen van de Vogelwet 1936, de Jachtwet en de Wet bedreigde uitheemse dier- en plantensoorten vervallen op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen van genoemde wetten, of onderdelen daarvan, verschillend kan worden gesteld.
2. De artikelen 22 tot en met 25 van de Natuurbeschermingswet vervallen op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden gesteld.
3. De Vogelwet 1936, de Jachtwet, de Nuttige Dierenwet 1914 en de Wet bedreigde uitheemse dier- en plantensoorten worden ingetrokken op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende wetten verschillend kan worden gesteld.
4. Ten aanzien van zaken betreffende overtredingen van ingevolge de voorafgaande leden vervallen onderscheidenlijk ingetrokken voorschriften die op het tijdstip van vervallen onderscheidenlijk intrekking bij de tot dat tijdstip bevoegde rechter aanhangig waren, blijft deze rechter bevoegd.
5. De in het vierde lid bedoelde zaken worden onverminderd artikel 1, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, afgedaan volgens op het in het derde lid bedoelde tijdstip geldende regels.

Artikel 124[bewerken]

[Wijzigt deze wet.]

Artikel 125[bewerken]

Onze Minister zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet, en vervolgens telkens na vier jaar, aan de beide kamers der Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Artikel 126[bewerken]

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden gesteld.

Artikel 127[bewerken]

Deze wet kan worden aangehaald als: Flora- en faunawet.