Gorter/'k Heb mijn oor tegen zooveel stemklokken geleend

Uit Wikisource

[ 104 ]


'k Heb mijn oor tegen zooveel stemklokken geleend,
mijn mond is door zooveel winden gegaan,
ik heb toch zooveel lachen meegemeend,
bij toch zoo heel veel dingen heb ik stilgestaan —
tot ik bij u kwam , o mijn schitterlief,
mijn edelsteenhand, u mijn oogelief,
mijn vonkend rad , mijn vogel vliegend vuur,
mijn schitterlief van altijddoore duur —
en tot de wereld die zoo in mij was
verzameld vroeger als in spiegelglas,
werd gij — ik heb het alles opgehoopt
tot u, het is in u gedoopt
als brandend hout in vuur,
o mijn licht schitterlief van altijdduur —
zijt gij daardoor misschien zoo opgeblonken,
liefdesherinnering tesaam gezonken ?
ik sta rondom u als een vaste muur,
en samen spele' uw licht en mijn getuur.