Handvest van de Verenigde Naties/Hoofdstuk V

Uit Wikisource
   Handvest van de Verenigde Naties   
Preambule · Hoofdstuk I Doelstellingen en beginselen · Hoofdstuk II Lidmaatschap · Hoofdstuk III Organen · Hoofdstuk IV Algemene Vergadering · Hoofdstuk V Veiligheidsraad · Hoofdstuk VI Vreedzame regeling van geschillen · Hoofdstuk VII Optreden met betrekking tot bedreiging van de vrede, verbreking van de vrede en daden van agressie · Hoofdstuk VIII Regionale akkoorden · Hoofdstuk IX Internationale economische en sociale samenwerking · Hoofdstuk X Economische en Sociale Raad · Hoofdstuk XI Verklaring betreffende niet-zelfbesturende gebieden · Hoofdstuk XII Internationaal trustschapsstelsel · Hoofdstuk XIII De Trustschapsraad · Hoofdstuk XIV Internationaal Gerechtshof · Hoofdstuk XV Het Secretariaat · Hoofdstuk XVI Diverse bepalingen · Hoofdstuk XVII Overgangsregelingen inzake veiligheid · Hoofdstuk XVIII Amendementen · Hoofdstuk XIX Bekrachtiging en ondertekening

Hoofdstuk V

Veiligheidsraad

Samenstelling[bewerken]

Artikel 23

1. De Veiligheidsraad bestaat uit vijftien Leden van de Verenigde Naties. De Republiek China, Frankrijk, de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en de Verenigde Staten van Amerika zijn permanente leden van de Veiligheidsraad. De Algemene Vergadering kiest tien andere Leden van de Verenigde Naties als niet-permanente Leden van de Veiligheidsraad, waarbij in het bijzonder rekening wordt gehouden in de eerste plaats met de bijdrage van Leden van de Verenigde Naties tot de handhaving van de internationale vrede en veiligheid en tot de andere doelstellingen van de Organisatie, en tevens met een billijke geografische spreiding.

2. De niet-permanente leden van de Veiligheidsraad worden gekozen voor een termijn van twee jaar. Nadat het aantal leden van de Veiligheidsraad van elf tot vijftien is uitgebreid, worden bij de eerstvolgende verkiezing van de niet-permanente leden twee van de vier toegevoegde leden gekozen voor een termijn van een jaar. Een aftredend lid kan niet onmiddellijk worden herkozen.

3. Elk lid van de Veiligheidsraad heeft één vertegenwoordiger.

Functies en bevoegdheden[bewerken]

Artikel 24

1. Ten einde een snel en doeltreffend optreden van de Verenigde Naties te verzekeren, dragen de Leden de verantwoordelijkheid voor de handhaving van de internationale vrede en veiligheid in de eerste plaats op aan de Veiligheidsraad, en stemmen zij er in toe dat de Veiligheidsraad, bij de uitvoering van de uit die verantwoordelijkheid voortvloeiende taken, in hun naam handelt.

2. Bij de uitvoering van deze taken handelt de Veiligheidsraad overeenkomstig de doelstellingen en beginselen van de Verenigde Naties. De bijzondere bevoegdheden die de Veiligheidsraad voor de uitvoering van deze taken worden verleend, zijn omschreven in de Hoofdstukken VI, VII, VIII en XII.

3. De Veiligheidsraad legt de Algemene Vergadering jaarlijkse verslagen en, zo nodig, bijzondere verslagen ter behandeling voor.

Artikel 25

De Leden van de Verenigde Naties komen overeen de besluiten van de Veiligheidsraad overeenkomstig dit Handvest te aanvaarden en uit te voeren.

Artikel 26

Ten einde de totstandkoming en de handhaving van de internationale vrede en veiligheid te bevorderen op een wijze waarbij een zo gering mogelijk deel van wat de wereld aan mensen en middelen te bieden heeft wordt uitgetrokken voor bewapening, heeft de Veiligheidsraad de verantwoordelijkheid om, met de hulp van het in artikel 47 genoemde Generale Staf-Comité, plannen op te stellen die worden voorgelegd aan de Leden van de Verenigde Naties om te komen tot een stelsel van wapenbeheersing.

Stemmen[bewerken]

Artikel 27

1. Elk lid van de Veiligheidsraad heeft één stem.

2. Besluiten van de Veiligheidsraad over procedurekwesties zijn aangenomen indien negen leden vóór stemmen.

3. Besluiten van de Veiligheidsraad over alle andere zaken zijn aangenomen, indien negen leden, waaronder zich de permanente leden bevinden, vóór stemmen, met dien verstande dat wanneer het besluiten ingevolge Hoofdstuk VI en artikel 52, derde lid, betreft, een partij bij een geschil zich van stemming onthoudt.

Procedure[bewerken]

Artikel 28

1. De Veiligheidsraad wordt zodanig georganiseerd dat hij voortdurend kan functioneren. Met het oog daarop dient ieder lid van de Veiligheidsraad ter plaatse waar de zetel van de Organisatie is gevestigd, te allen tijde vertegenwoordigd te zijn.

2. De Veiligheidsraad houdt regelmatig zittingen, waarop elk van de leden, zo het zulks verlangt, kan worden vertegenwoordigd door een lid van de regering of door een andere in het bijzonder daartoe aangewezen vertegenwoordiger.

3. De Veiligheidsraad kan, zo hij van oordeel is dat zijn taak daardoor wordt vergemakkelijkt, vergaderingen houden in andere plaatsen dan die waar de zetel van de Organisatie is gevestigd.

Artikel 29

De Veiligheidsraad kan die hulporganen instellen die hij nodig acht voor de uitoefening van zijn taken.

Artikel 30

De Veiligheidsraad stelt zijn eigen huishoudelijk reglement vast, met inbegrip van de wijze van verkiezing van zijn Voorzitter.

Artikel 31

Elk Lid van de Verenigde Naties dat geen lid is van de Veiligheidsraad, kan zonder stemrecht deelnemen aan de bespreking van elke zaak die voor de Veiligheidsraad wordt gebracht, indien deze van oordeel is dat de belangen van dat Lid in het bijzonder in het geding zijn.

Artikel 32

Elk lid van de Verenigde Naties dat geen lid is van de Veiligheidsraad, of elke staat die geen Lid is van de Verenigde Naties, wordt, indien dat Lid of die staat partij is bij een geschil dat bij de Veiligheidsraad in behandeling is, uitgenodigd, zonder tot stemmen gerechtigd te zijn, deel te nemen aan de met het geschil verband houdende bespreking. De Veiligheidsraad stelt de voorwaarden vast die hij juist acht voor het deelnemen van een staat die geen Lid is van de Verenigde Naties.