Handvest van de Verenigde Naties/Hoofdstuk XVII

Uit Wikisource
   Handvest van de Verenigde Naties   
Preambule · Hoofdstuk I Doelstellingen en beginselen · Hoofdstuk II Lidmaatschap · Hoofdstuk III Organen · Hoofdstuk IV Algemene Vergadering · Hoofdstuk V Veiligheidsraad · Hoofdstuk VI Vreedzame regeling van geschillen · Hoofdstuk VII Optreden met betrekking tot bedreiging van de vrede, verbreking van de vrede en daden van agressie · Hoofdstuk VIII Regionale akkoorden · Hoofdstuk IX Internationale economische en sociale samenwerking · Hoofdstuk X Economische en Sociale Raad · Hoofdstuk XI Verklaring betreffende niet-zelfbesturende gebieden · Hoofdstuk XII Internationaal trustschapsstelsel · Hoofdstuk XIII De Trustschapsraad · Hoofdstuk XIV Internationaal Gerechtshof · Hoofdstuk XV Het Secretariaat · Hoofdstuk XVI Diverse bepalingen · Hoofdstuk XVII Overgangsregelingen inzake veiligheid · Hoofdstuk XVIII Amendementen · Hoofdstuk XIX Bekrachtiging en ondertekening

Hoofdstuk XVII

Overgangsregelingen inzake veiligheid

Artikel 106

In afwachting van de inwerkingtreding van de in artikel 43 bedoelde bijzondere overeenkomsten die, naar het oordeel van de Veiligheidsraad, deze Raad in staat stellen een aanvang te maken met de uitvoering van de taken ingevolge het in artikel 42 bepaalde, plegen de partijen bij de Verklaring van de Vier Mogendheden ondertekend op 30 oktober 1943 te Moskou, en Frankrijk, overeenkomstig de bepalingen van het vijfde lid van die Verklaring, overleg met elkaar en, zo de omstandigheden dit gebieden, met andere Leden van de Verenigde Naties, met het oog op zulk gemeenschappelijk optreden namens de Organisatie als nodig kan zijn.

Artikel 107

Niets in dit Handvest ontkracht of belet optreden dat, met betrekking tot een staat die tijdens de Tweede Wereldoorlog de vijand is geweest van een van de staten die dit Handvest hebben ondertekend, als gevolg van deze oorlog is of wordt ondernomen door of met machtiging van de voor dit optreden verantwoordelijke regeringen.