Handvest van de Verenigde Naties/Hoofdstuk XII

Uit Wikisource
   Handvest van de Verenigde Naties   
Preambule · Hoofdstuk I Doelstellingen en beginselen · Hoofdstuk II Lidmaatschap · Hoofdstuk III Organen · Hoofdstuk IV Algemene Vergadering · Hoofdstuk V Veiligheidsraad · Hoofdstuk VI Vreedzame regeling van geschillen · Hoofdstuk VII Optreden met betrekking tot bedreiging van de vrede, verbreking van de vrede en daden van agressie · Hoofdstuk VIII Regionale akkoorden · Hoofdstuk IX Internationale economische en sociale samenwerking · Hoofdstuk X Economische en Sociale Raad · Hoofdstuk XI Verklaring betreffende niet-zelfbesturende gebieden · Hoofdstuk XII Internationaal trustschapsstelsel · Hoofdstuk XIII De Trustschapsraad · Hoofdstuk XIV Internationaal Gerechtshof · Hoofdstuk XV Het Secretariaat · Hoofdstuk XVI Diverse bepalingen · Hoofdstuk XVII Overgangsregelingen inzake veiligheid · Hoofdstuk XVIII Amendementen · Hoofdstuk XIX Bekrachtiging en ondertekening

Hoofdstuk XII

Internationaal trustschapsstelsel

Artikel 75

De Verenigde Naties stellen onder hun gezag een internationaal trustschapsstelsel in voor het bestuur van en het uitoefenen van toezicht over de gebieden die bij latere bijzondere overeenkomsten onder dit stelsel kunnen worden geplaatst. Deze gebieden worden hierna trustgebieden genoemd.

Artikel 76

De voornaamste oogmerken van het trustschapsstelsel zijn, overeenkomstig de in artikel 1 van dit Handvest neergelegde doelstellingen van de Verenigde Naties;

a. het bevorderen van de internationale vrede en veiligheid;

b. het bevorderen van de politieke, economische en sociale vooruitgang, alsmede de vooruitgang op onderwijsgebied, van de inwoners van de trustgebieden, en hun geleidelijke ontwikkeling tot zelfbestuur of onafhankelijkheid, daarbij rekening houdende met de bijzondere omstandigheden van elk gebied en zijn bevolking en met de in vrijheid kenbaar gemaakte wensen van de betrokken volken en met inachtneming van de bepalingen van elke trustschapsovereenkomst;

c. het bevorderen van eerbiediging van de rechten van de mens en van de fundamentele vrijheden voor allen, zonder onderscheid naar ras, geslacht, taal of godsdienst, alsmede het bevorderen van de erkenning van de onderlinge onafhankelijkheid van alle volken van de wereld; en

d. het verzekeren van een gelijke behandeling in sociale, economische en commerciële aangelegenheden voor alle Leden van de Verenigde Naties en hun onderdanen, alsmede een gelijke behandeling voor bedoelde onderdanen wat de rechtsbedeling betreft, onverminderd de verwezenlijking van de eerder genoemde doelstellingen en met inachtneming van de bepalingen van artikel 80.

Artikel 77

1. Het trustschapsstelsel is van toepassing op de tot de volgende categorieën behorende gebieden die, op grond van trustschapsovereenkomsten, daaronder worden gebracht:

a. gebieden die thans onder mandaat staan;

b. gebieden die, als gevolg van de Tweede Wereldoorlog, van vijandelijke staten kunnen worden losgemaakt; en

c. gebieden die door de voor het bestuur daarvan verantwoordelijke staten vrijwillig onder dit stelsel worden gebracht,

2. Op een later tijdstip zal moeten worden overeengekomen welke gebieden behorende tot de voorgaande categorieën onder het trustschapsstelsel zullen worden gebracht, en op welke voorwaarden.

Artikel 78

Het trustschapsstelsel is niet van toepassing op gebieden die Lid zijn geworden van de Verenigde Naties; de betrekkingen tussen de Leden onderling zijn gegrond op eerbied voor het beginsel van soevereine gelijkheid.

Artikel 79

De trustschapsbepalingen die zullen gelden voor elk gebied dat onder het trustschapsstelsel wordt gebracht en elke wijziging of amendering daarvan, worden overeengekomen tussen de rechtstreeks betrokken staten, met inbegrip van de mandaatmogendheid, indien het gebieden betreft die onder mandaat staan van een Lid van de Verenigde Naties, en worden goedgekeurd op de wijze voorzien in de artikelen 83 en 85.

Artikel 80

1. Tenzij anders is bepaald in de afzonderlijke trustschapsovereenkomsten, waarbij krachtens de artikelen 77, 79 en 81 elk gebied onder het trustschapsstelsel wordt gebracht, en totdat deze overeenkomsten zijn gesloten, mag geen enkele bepaling in dit Hoofdstuk zo worden uitgelegd dat daardoor enig recht van een staat of van een volk, of de bepalingen van bestaande internationale akten waarbij Leden van de Verenigde Naties partij zijn, zouden worden gewijzigd.

2. Het eerste lid van dit artikel mag niet zo worden uitgelegd dat dit gronden zou bevatten voor het vertragen of uitstellen van de onderhandelingen over en het sluiten van overeenkomsten betreffende het onder het trustschapsstelsel brengen van mandaatgebieden en andere gebieden, zoals voorzien in artikel 77.

Artikel 81

In de trustschapsovereenkomst dient steeds te worden vermeld onder welke voorwaarden het trustgebied zal worden bestuurd en welke autoriteit het bestuur van het trustgebied zal uitoefenen. Een zodanige autoriteit, hierna te noemen de bestuursautoriteit, kan worden gevormd door één of meer staten of door de Organisatie zelf.

Artikel 82

In elke trustschapsovereenkomst kan een strategische zone of kunnen strategische zones worden aangewezen, omvattende een deel van het trustgebied of het gehele trustgebied waarop de overeenkomst van toepassing is, onverminderd enige bijzondere overeenkomst of overeenkomsten gesloten krachtens artikel 43.

Artikel 83

1. Alle functies van de Verenigde Naties die betrekking hebben op strategische zones, met inbegrip van het goedkeuren van de bepalingen van de trustschapsovereenkomsten, alsmede van wijziging of amendering daarvan, worden uitgeoefend door de Veiligheidsraad.

2. De in artikel 76 genoemde voornaamste oogmerken zijn van toepassing op de bevolking van elke strategische zone.

3. De Veiligheidsraad doet, met inachtneming van de bepalingen van de trustschapsovereenkomsten en onverminderd veiligheidsoverwegingen, een beroep op de bijstand van de Trustschapsraad om die functies van de Verenigde Naties onder het trustschapsstelsel uit te oefenen die betrekking hebben op politieke, economische en sociale zaken en op zaken het onderwijs betreffende, in de strategische zones.

Artikel 84

Het behoort tot de taak van de bestuursautoriteit erop toe te zien dat het trustgebied zijn bijdrage levert tot de handhaving van de internationale vrede en veiligheid. Daartoe kan de bestuursautoriteit gebruik maken van vrijwillige strijdkrachten, faciliteiten en bijstand van het trustgebied, zowel voor het nakomen van de verplichtingen tegenover de Veiligheidsraad die de bestuursautoriteit in dit verband op zich heeft genomen, als voor de plaatselijke verdediging en de handhaving van orde en rust in het trustgebied.

Artikel 85

1. De functies van de Verenigde Naties met betrekking tot trustschapsovereenkomsten voor alle niet als strategisch aangemerkte zones, waaronder begrepen het goedkeuren van de bepalingen van de trustschapsovereenkomsten, alsmede van wijzigingen of amenderingen daarvan, worden uitgeoefend door de Algemene Vergadering.

2. De Trustschapsraad, die onder het gezag van de Algemene Vergadering werkt, verleent de Algemene Vergadering bijstand bij het uitoefenen van deze functies.