Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa - Deel IV - Bijlagen I en II
BIJLAGE I LIJST BEDOELD IN ARTIKEL III-226 VAN DE GRONDWET[bewerken]
1 — Nummers van de gecombineerde nomenclatuur | 2 — Omschrijving der goederen |
---|---|
HOOFDSTUK 1 |
Levende dieren |
HOOFDSTUK 2 |
Vlees en eetbare slachtafvallen |
HOOFDSTUK 3 |
Vis, schaal-, schelp- en weekdieren |
HOOFDSTUK 4 |
Melk en zuivelproducten; vogeleieren; natuurhonig |
HOOFDSTUK 5 |
|
0504 |
Darmen, blazen en magen van dieren, andere dan die van vissen, in hun geheel of in stukken |
0515 |
Producten van dierlijke oorsprong, niet elders genoemd noch elders onder begrepen; dode dieren van de soorten bedoeld in de hoofdstukken 1 en 3, niet geschikt voor menselijke consumptie |
HOOFDSTUK 6 |
Levende planten en producten van de bloementeelt |
HOOFDSTUK 7 |
Groenten, planten, wortels en knollen, voor voedingsdoeleinden |
HOOFDSTUK 8 |
Eetbaar fruit; schillen van citrusvruchten en van meloenen |
HOOFDSTUK 9 |
Koffie, thee en specerijen, met uitzondering van maté (nr. 0903) |
HOOFDSTUK 10 |
Granen |
HOOFDSTUK 11 |
Producten van de meelindustrie; mout; zetmeel; gluten; inuline |
HOOFDSTUK 12 |
Oliehoudende zaden en vruchten; allerlei zaden, zaadgoed en vruchten; planten voor industrieel en geneeskundig gebruik; stro en voeder |
HOOFDSTUK 13 |
|
ex 1303 |
Pectine |
HOOFDSTUK 15 |
|
1501 |
Reuzel en ander geperst of gesmolten varkensvet; geperst of gesmolten vet van pluimvee |
1502 |
Ruw of gesmolten rundvet, schapenvet en geitenvet, premier jus daaronder begrepen |
1503 |
Varkensstearine; oleostearine; spekolie en oleomargarine, niet geëmulgeerd, niet vermengd en niet anderszins bereid |
1504 |
Vetten en oliën van vis of van zeezoogdieren, ook indien geraffineerd |
1507 |
Plantaardige vette oliën, vloeibaar of vast, ruw, gezuiverd of geraffineerd |
1512 |
Gehydrogeneerde dierlijke of plantaardige vetten en oliën, ook indien gezuiverd doch niet verder bereid |
1513 |
MMargarine, kunstreuzel en andere bereide spijsvetten |
1517 |
Afvallen, afkomstig van de bewerking van vetstoffen of van dierlijke of plantaardige was |
HOOFDSTUK 16 |
PBereidingen van vlees, van vis, van schaal-, schelp- en weekdieren |
HOOFDSTUK 17 |
|
1701 |
Beetwortelsuiker en rietsuiker, in vaste vorm |
1702 |
Andere suiker; suikerstroop; kunsthonig, ook indien met natuurhonig vermengd; karamel |
1703 |
Melasse, ook indien ontkleurd |
1705 (*) |
Suiker, stroop en melasse, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen (vanillesuiker en vanillinesuiker daaronder begrepen), met uitzondering van vruchtensap, waaraan suiker is toegevoegd, ongeacht in welke verhouding |
HOOFDSTUK 18 |
|
1801 |
Cacaobonen, ook indien gebroken, al dan niet gebrand |
1802 |
Cacaodoppen, cacaoschillen, cacaovliezen en andere afvallen van cacao |
HOOFDSTUK 20 |
Bereidingen van groenten, van moeskruiden, van vruchten en van planten of plantendelen |
HOOFDSTUK 22 |
|
2204 |
Gedeeltelijk gegist druivenmost, ook indien de gisting op andere wijze dan door toevoegen van alcohol is gestuit |
2205 |
ijn van verse druiven; druivenmost waarvan de gisting door toevoegen van alcohol is gestuit (mistella daaronder begrepen) |
2207 |
Appeldrank, perendrank, honigdrank en andere gegiste dranken |
Ethylalcohol, al dan niet gedenatureerd, ongeacht de sterkte, verkregen uit landbouwproducten, vermeld in deze bijlage, met uitzondering van gedestilleerde dranken, likeuren en andere alcoholhoudende dranken; samengestelde alcoholische preparaten („geconcentreerde extracten”) voor de vervaardiging van dranken | |
ex 2210 (*) |
Tafelazijn (natuurlijke en kunstmatige) |
HOOFDSTUK 23 |
Resten en afval van de voedselindustrie; bereid voedsel voor dieren |
HOOFDSTUK 24 |
|
2401 |
Ruwe en niet tot verbruik bereide tabak; afvallen van tabak |
HOOFDSTUK 45 |
|
4501 |
Ruwe natuurkurk en kurkafval; gebroken of gemalen kurk |
HOOFDSTUK 54 |
|
5401 |
Vlas, ruw, geroot, gezwingeld, gehekeld of anders bewerkt, doch niet gesponnen; werk en afval (rafelingen daaronder begrepen) |
HOOFDSTUK 57 |
|
5701 |
Hennep (Cannabis sativa), ruw, geroot, gezwingeld, gehekeld of anders bewerkt, doch niet gesponnen; werk en afval (rafelingen daaronder begrepen) |
Note[bewerken]
(*) Toegevoegd door artikel 1 van Verordening nr. 7 bis van de Raad van de Europese Economische Gemeenschap van 18 december 1959 (PB 7 van 30.1.1961, blz. 71/61).
BIJLAGE II LANDEN EN GEBIEDEN OVERZEE WAAROP DEEL III, TITEL IV, VAN DE GRONDWET TOEPASSELIJK IS[bewerken]
— Groenland
— Nieuw-Caledonië en onderhorigheden
— Frans-Polynesië
— de Franse zuidelijke en Zuidpoolgebieden
— Wallis en Futuna
— Mayotte
— Saint-Pierre en Miquelon
— Aruba
— Nederlandse Antillen:
- — Bonaire
- — Curaçao
- — Saba
- — Sint-Eustatius
- — Sint-Maarten
— Anguilla
— Caymaneilanden
— Falklandeilanden
— South Georgia en de zuidelijke Sandwicheilanden
— Montserrat
— Pitcairneilander
— Saint Helena met onderhorigheden
— Brits Antarctica
— Brits gebied in de Indische Oceaan
— Turks- en Caicoseilanden
— Britse Maagdeneilanden
— Bermuda-eilanden