Schouburg/Deel III

Uit Wikisource
< Schouburg/Deel II Schouburg/Deel III Arnold Houbraken/Schouburgh >


Schouburg

Auteur Arnold Houbraken
Genre(s) Biografieen van kunstenaars
Brontaal Nederlands
Datering 1719
Bron B.M. Israël Amsterdam, 1976 (3 delen, fotografische herdruk)
Auteursrecht Publiek domein
Logo Wikipedia
Logo Wikipedia
Meer over Schouburg op Wikipedia
Title page Part I.

Naamrol van de beeltenissen der konstschilders en schilderessen in het 3de Deel[bewerken]

LYST der voornaamste zaken en byzonderheden in dit derde Deel van den Schouburgh der Schilders en Schilderessen begrepen[bewerken]

<poem> pag. 1 Kragt der natuur omtrent de zinlykheden der menschen. 5 Agting van den Groot Hertog van Toskanen voor Mieris. 7 Vrientschap tusschen Jan Steenen Mieris. 7 Jan Steenzet een drinkwinkel op. 9 Dankbaarheid van Mierismet de daat betoont. 11 Grafschrift op Mieris. 12 Potsigheid van Jan Steenslevensbedryf. 18 Geestige Lykstatie door Jan Steen verbeelt. 19 Personen af te beelden in hunne natuurlyke hoedanigheden en bedryven. 29 Verschil van de neigingen der menschen. 30 Gedenkwaardig stuk van Jan Linsen. 31 Zyn ongelukkig einde. 35 Ter Burggewoon te sluiten onder 't schilderen. 37 Hy schildert den Prins van Oranje. 41 Fraai stuk van Gabriel Metzu. 46 Jan Hakkert, een Land-schapschilder. 49 Overgeloof van to verye. 51 Zwetsers hebben veel voor uit. 55 Op welk een wyze een schilder iet van anderen ontleenen moet. 56 Karel de Jardyneen groot meester. 69 Melchior de Hondekoeterleelyk doorgestreken. 71 Trouwgeval van Gillis Hondekoeter. 78 Schilder-en Dichtkonst gezusters. 114 Heliodoor de Tempelrover afgebeelt. 190 Kunstige Zinnebeelden van Laires. 128 Blintheid van Laires. 128 Zyn bedrevenheid in de outheid. 131 Vergoding van Eneas door Laires geschildert. 135 Waar de bekwaamheid des verstants van afhangt. 138 Zachtlevensonkunde in de waereldse zaken. 139 Bedrevenheid in weetenschappen maakt juist geen goet schilder. 141 Vernuftige vinding van Rubbens. 145 Feestviering van Bacchus. 149 Misslag in het af beeldenvan Bacchus. 151 Bacchus met hoornen verbeelt 151. Ook Alexander de Groote. 152 Hoornen, een zinnebeelt der Koninglyke magt.

414 158 Verscheiden Tenten. 177 Kaarslichten van Schalken. 178 Geen tafereel in alle deelen volmaakt. 197 Ongelukkig einde van Job Berkheiden. 201 Karel du Jardynkoopt zyn schulden door zyn huwelyk af. 207 Schilderwyze van Arent de Gelder. 217 Uilenburghandelaar in Schilderyen. 223 Gedaantewisseling der Ripsen van Marie Sibylle Meriannagespoort. 229 Wyze van schilderen by Dav. vander Plaasgebruikt. 232 Geval van Daniel Snyderen den Hertog van Savoje. 236 Afbeeltsels van Pieter Lely. 237 Verschil der zelve. 241 Tekenschool te Utrecht. 245 Slegte slaat van Abr. Diepraam. 248 Dronkenschap onder de Schilders. 251 Hugtenburgdoor den Keurvorst van den Palts beschonken. 253 Zeltsame verandering bespeurt aan Jan Luiken. 257 Werken van Romein de Hooge. 258 Zyn groot vernuft. 261 Onkuische vertooningen te myden. 265 Natuur verschaft alle voorwerpen tot schilderen. 269 Haagse Academie. 270 Academie te Berlyn opgeregt. 272 Schilderkonst navolgster der natuur. 273 Het Vrouwenbeeld munt onder de schepselen uit. 282 Schilders door 't geval gemaakt. 284 Venus en Adonis van Verkolje. 286 Burry, een vermaart geneesmeester. 288 Zyn gevangenis en doot. 289. Doodelyke droefheid van Joannes vander Bentom 't missen van zyn gelt. 293. Joanna Koertenwaarom onder de Schilderessen geplaatst 294. Haar kunstig snyden met de schaar 296. Haar lof door voorname dichters uitgebreit 297. Harderszang haar ter eere gemaakt 306 Haar Lykgedagtenis door Hoogstraten geviert. 313 Droevig einde van Jacob de Wolf. 316 Schilderbende door de Inquisitie gestoort. 317 Krachtig schilderen van Gerard Segers. 318 Nikolaas de Vreevolgt het gevoelen van Jan Luiken omtrent den Godsdienst.

415 320 Zeeschilderen van Abraham Sterk. 323 Vreemt geval van Pieter Peuteman. 329 Bloei der Schilderkonst te Amsterdam. 330 St. Lucas feest gehouden te Amsterdam. 331 Vondel op het schilderfeest gelauriert. 333 Gedenkschilt der Konstgenooten van St. Lukas. 334 Schildery van Hoogzaat te Amsterdam op het Stadhuis. 336 Hoe veel de drist der natuur vermag. 337 Deerlyk einde van Karel Fabricius. 344 Schilderen uit genegenheid geoeffent. 345. Historie van Pyramus en Thisbe door Karel de Moor 345 De Moorbraaf beschonken door den Groot Hertog van Florencen. 352. 353 Naamrol van Konstenarenen Konstenaressen in dienst van den Keurvorst van den Paltz. 359 Vlottend huis van Jan Griffier. 361 Willem Wissing, een voornaam pourtretschild. 366 Ongelukkig lot van Jakob de Heus. 368. Werken van Philips Tideman 370 Zyn levenswyze. 372. Ongebondenheid van Ernst Stuven 378 Zyn gevangenis. 380 Konststukken van Jakob van Kampen. 381 Grafschrift van Vondel op den zelven. 383 Bernart Schendeleen braaf Schilder. 386 Michiel Maddersteg, de beste Leerling van Bakbuizen. 393. Schielyke vorderingen van Adriaan vander Werf 394. Zyn vrientschap met den Heer Flink 396. 397 Agting van den Keurvorst van den Palts voor hem 398. De zeven vrye Konsten door hem verbeeld 399. Statelyke geschenken van den Vorst 400. Ook van den Hertog van Wolffenbuttel 400 Zyn stukken in groote waarde gehouden. E Y N D E