Naar inhoud springen

Plantenschat

Uit Wikisource
Plantenschat (1898) door F.J. van Uildriks en Vitus Bruinsma
Uitgegeven in Groningen door P. Noordhoff.
 

INHOUD
(maakt geen deel uit van het oorspronkelijke werk)
In afwijking van het oorspronkelijke werk wordt in de secties van de individuele planten steeds de tekst vóór de afbeelding gegeven.


  1. Sneeuwklokje — Galanthus nivalis
  2. Gele narcis — Narcissus pseudonarcissus
  3. Welriekend viooltje — Viola odorata
  4. Boschanemoon — Anemone nemorosa
  5. Speenkruid — Ficaria ranunculoides
  6. Gewone sleutelbloem — Primula officinalis
  7. Wilde hyacinth — Edymion nutans
  8. Kievitsbloem — Fritillaria meleagris
  9. Maagdepalm — Vinca minor
  10. Schermdragende vogelmelk — Ornithogalum umbellatum
  11. Dotterbloem — Caltha palustris
  12. Longenkruid — Pulmonaria officinalis
  13. Gewone klaverzuring — Oxalis acetosella
  14. Lelietje der dalen — Convallaria majalis
  15. Pinksterbloem — Cardamine pratensis
  16. Hondsdraf — Glechoma hederacea
  17. Groote ratelaar — Rhinanthus major
  18. Akelei — Aquilegia vulgaris
  19. Vetkruid — Pinguicula vulgaris
  20. Veelbloemig salomonszegel — Polygonatum multiflorum
  21. Blauwbes — Vaccinium myrtillus
  22. Brem — Sarothamnus scoparius
  23. Gamander eereprijs — Veronica chamaedrys
  24. Smeerwortel — Symphytum officinalis
  25. Gewone klaproos — Papaver rhoeas
  26. Lischbloem — Iris pseudacorus
  27. Breedbladige orchis — Orchis latifolia
  28. Lijsterbes — Sorbus aucuparia
  29. Waterviolier — Hottonia palustris
  30. Lieve-vrouwebedstroo — Asperula odorata
  31. Kattendoorn — Genista anglica
  32. Beemd-doddegras — Phleum pratense Gewoon reukgras — Anthoxanthum odoratum
  33. Witte ganzebloem — Chrysanthemum leucanthemum
  34. Gewone kruisbloem — Polygala vulgaris
  35. Rondbladig wintergroen — Pirola rotundifolia
  36. Voederwikke — Vicia sativa
  37. Twee soorten Wilde reseda — Reseda lutea en R. luteola
  38. Boschkartelblad — Pedicularis sylvatica
  39. Koekoeksbloem — Lychnis flos cuculi
  40. Roode boschbes — Vaccinium vitis idaea
  41. Salie — Salvia pratensis
  42. Vogelpootje — Ornithopus perpusillus
  43. Wilde roos — Rosa canina
  44. Zilverschoon — Potentilla anserina
  45. Paarse doovenetel — Lamium purpureum
  46. Echte kamille — Matricaria chamomilla
  47. Penningkruid — Lysimachia nummularia
  48. Mattebies — Scirpus lacustris
  49. Korenbloem — Centaurea cyanus
  50. Hoornbloem — Cerastium triviale
  51. Vergeet-mij-niet — Myosotis palustris
  52. Kalmus — Acorus calamus
  53. Gewone bloembies — Juncus effusus
  54. Pijptorkruid — Oenanthe fistulosa
  55. Knoopig helmkruid — Scrophularia nodosa
  56. Herderstaschje — Capsella bursa pastoris
  57. Bolderik — Agrostemma githago
  58. Veldmosterd of Krodde — Sinapis arvensis
  59. Dopheide — Erica tetralix
  60. Roode Spergularia — Spergularia rubra
  61. Madeliefje — Bellis perennis
  62. Scherpe boterbloem — Ranunculus acer
  63. Rolklaver — Lotus corniculatus
  64. Zwanebloem — Butomus umbellatus
  65. Zorggras — Holcus lanatus
  66. Nagelkruid — Geum urbanum
  67. Gewone wederik — Lysimachia vulgaris
  68. Kleine en Groote weegbree — Plantago lanceolata en Plantago major
  69. Roode klaver — Trifolium pratense perenne
  70. Groote malva — Malva sylvestris
  71. Kleine arnoseris — Arnoseris pusilla
  72. Blauwe godsgenade — Scutellaria galericulata
  73. Roode oogentroost — Euphrasia odontites
  74. Tormentil — Potentilla tormentilla
  75. Sint-Teunisbloem — Oenothera biennis
  76. Akkerkool — Lampsana communis
  77. Cichorei — Cichorium intybus
  78. Witte doovenetel — Lamium album
  79. Vingerhoedskruid — Digitalis purpurea
  80. Boschandoorn — Stachys sylvatica
  81. Gekroesde zuring — Rumex crispus
  82. Spiraea — Spiraea ulmaria
  83. Bernagie — Borago officinalis
  84. Wilde kamperfoelie — Lonicera periclymenum
  85. Vogelwikke — Vicia cracca
  86. Pijlkruid — Sagittaria sagittifolia
  87. Breedbladige epipactis — Epipactis latifolia
  88. Hengel — Melampyrum pratense
  89. Zandklokje — Jasione montana
  90. Bitterzoet — Solanum dulcamare
  91. Dauwbraam — Rubus caesius
  92. Rechtopstaand en Echt walstroo — Galium erectum en Galium verum
  93. Gedoornd Stalkruid — Ononis spinosa
  94. Paardebloem — Taraxacum officinale
  95. Groote waterweegbree — Alisma plantago
  96. Wilgenroosje of Ruige basterdwederik — Epilobium hirsutum
  97. Muizenoor — Hieracium pilosella
  98. Lischdodde — Typha angustifolia
  99. Spurrie — Spergula arvensis
  100. Koninginnekruid — Eupatorium cannabinum
  101. Dolle kervel — Conium maculatum
  102. Wilde salie — Teucrium scorodonia
  103. Egelskop of Duiker — Sparganium ramosum
  104. Reigersbek — Erodium cicutarium
  105. Peen — Daucus carota
  106. Duizendblad — Achillea millefolium
  107. Bilzenkruid — Hyoscyamus niger
  108. Knikkende distel — Carduus nutans
  109. Sterremuur — Stellaria media
  110. Driekleurig viooltje — Viola tricolor
  111. Akkerkamille — Anthemis arvensis
  112. Stinkende gouwe — Chelidonium majus
  113. Slangebloem of Smalbladige basterdwederik — Epilobium angustifolium
  114. Gewoon kruiskruid — Senecio vulgaris
  115. Dag-koekoeksbloem — Lychnis diurna
  116. Langwortelig biggenkruid — Hypochoeris radicata
  117. Ooievaarsbek — Geranium robertianum
  118. Struikheide — Calluna vulgaris
  119. Hop — Humulus lupulus
  120. Jakob's kruiskruid — Senecio Jacobaea
  121. Blauwe knoop — Succisa pratensis
  122. Kattestaart of Partijke — Lythrum salicaria
  123. Kale jonker — Cirsium palustre
  124. Gewone hennepnetel — Galeopsis tetrahit
  125. Gewone malva — Malva vulgaris
  126. Klokjes-gentiaan — Gentiana pneumonanthe
  127. Wambuisknoopen — Centaurea jacea
  128. Sint-Janskruid — Hypericum perforatum
  129. Akkermunt — Mentha arvensis
  130. Oogetroost — Euphrasia officinalis
  131. Gele honingklaver — Melilotus officinalis
  132. Akkerwinde — Convolvulus arvensis
  133. Rondbladig klokje — Campanula rotundifolia
  134. Pinksternakel — Pastinaca sativa
  135. Duizendguldenkruid — Erythraea centaurium
  136. Brunel — Prunella vulgaris
  137. Wilde thym — Thymus serpyllum
  138. Kleine klit — Lappa minor
  139. Kleefkruid — Galium aparine
  140. Ruige melkdistel — Sonchus asper
  141. Gewone valeriaan — Valeriana officinalis
  142. Engelwortel — Angelica sylvestris
  143. Guldenroede — Solidago virga aurea
  144. Vlasbek — Linaria vulgaris
  145. Zwarte nachtschade — Solanum nigrum
  146. Boerenwormkruid — Tanacetum vulgare
  147. Parnaskruid — Parnassia palustris
  148. Duivelsmelk — Euphorbia peplus
  149. Watermunt — Mentha aquatica
  150. Bleekgele hennepnetel — Galeopsis ochroleuca
  151. Haagwinde — Convolvulus sepium
  152. Groote brandnetel — Urtica dioica
  153. Moeras-roerkruid — Gnaphalium uliginosum
  154. Klimop — Hedera helix
  155. Perzikkruid — Polygonum persicaria
  156. Kroontjeskruid — Euphorbia helioscopia
  157. Tandzaad — Bidens tripartita
  158. Riet — Phragmites communis
  159. Leeuwetand — Leontodon autumnalis
  160. Herfst-tijloos — Colchicum autumnale
  161. Alphabetisch Register
[ Omslag ]

[ ft ]
 

PLANTENSCHAT.

 
[ Titel ]

PLANTENSCHAT.



INLEIDING

TOT DE KENNIS DER

FLORA VAN NEDERLAND,

DOOR

F. J. VAN UILDRIKS

EN

Dr. VITUS BRUINSMA.

Met 160 Gekleurde Platen.

 

P. NOORDHOFF. — 1898. — GRONINGEN.

[ 9, 9a, 9b ]

VOORREDE.




Met dezen „Plantenschat” beoogen wij een handig boekje te geven, dat met de reeds bestaande hulpmiddelen kan medehelpen, om de kennis van onze in het wild groeiende planten te verbreiden.

Zij die, hoewel eenig onderwijs in de beginselen der algemeene plantkunde genoten hebbend, toch nog slechts met moeite door middel van Suringar's Zakflora, of Heukels' Schoolflora determineeren, zullen door dit boekje in menig opzicht gebaat worden, omdat de afbeeldingen hen eerst op weg kunnen helpen en de tekst hun daarna zekerheid kan geven over de gevonden plant. En de meer gevorderden, die reeds met de gewoone wijze van determineeren vertrouwd zijn, zullen toch ook, naar wij hopen, gretig dit boekje bij hun botaniseertochten ter hand nemen, en vooral omdat het hun aandacht vestigt op eigenschappen van de gevonden plant, waarop in de uiterst korte beschrijvingen der genoemde boekjes niet gelet wordt en die slechts tot hun recht kunnen komen in een omvangrijk werk als de Flora van Nederland van Prof. C. A. J. A. Oudemans, waarvan echter de laatste druk in 1872 verscheen en dat thans geheel is uitverkocht.

Ons doel is geweest in den tekst zooveel mogelijk den indruk weer te geven, dien de plant op een ontvankelijk, met liefde voor de natuur bezield gemoed maakt, eerst in het algemeen, in verband met de omgeving, waarin het bloemenbloemenkind is opgegroeid, en daarna, bij nauwkeurige beschouwing, meer in bijzonderheden. Hierbij hebben wij het ons tot taak gesteld de beschrijving zoo volledig te geven, dat daardoor ook zonder de afbeelding de plant te herkennen is en de verschillen met verwante soorten duidelijk uitkomen. Vooral echter is veel aandacht gewijd aan het leven der plant, waarover men in de bovengenoemde beknopte Flora's niets vindt, terwijl Oudemans' Flora, hoe hoogst verdienstelijk ook, in dit opzicht natuurlijk verouderd is. Gaarne erkennen wij, dat hiervoor, behalve Prof. Hugo de Vries' Leerboek der Plantenphysiologie en andere werken, vooral Kerner von Marilaun's groot werk Pflanzenleben, waarvan juist dit jaar de tweede druk was gereed gekomen, ons van veel nut is geweest.

Zooals men op bijna elke bladzijde kan bemerken, werden deze schetsen geschreven niet met herbarium—exemplaren maar met de rijke bloeiende plant zelf voor ons, en indien hier en daar een beschrijving niet zoo levendig en de schets van de vaak zoo merkwaardige levensverrichtingen niet zoo uitvoerig is, als wij wel zouden gewenscht hebben, dan wijte men dit voor een deel aan de beknoptheid, waartoe wij ons hadden verplicht, en die ook een grootere gedrongenheid in den stijl heeft noodzakelijk gemaakt dan ons overigens lief was.

Wij hebben ons namelijk streng aan het vooraf vastgesteld plan gehouden, om over elke plant, slechts één bladzijde tekst te geven, opdat onmiddelijk daar naast de afbeelding kon geplaatst worden, zoodat men, bij het lezen steeds die afbeelding voor oogen heeft en ook niet meer dan die ééne. Hierdoor toch associëeren zich in den geest van den gebruiker van het boekje, naam, beschrijving en afbeelding tot één geheel, wat het behoud van het plantenbeeld in het geheugen veel beter verzekert, dan het op één bladzijde afgebeeld vinden van verscheidene planten, waarvan op andere bladzijden de beschrijving wordt gegeven. De te Stuttgart verschenen werkjes van Dr. M. Fünfstück Botanischer Taschenatlas en bloemenkind is opgegroeid, en daarna, bij nauwkeurige beschouwing, meer in bijzonderheden. Hierbij hebben wij het ons tot taak gesteld de beschrijving zoo volledig te geven, dat daardoor ook zonder de afbeelding de plant te herkennen is en de verschillen met verwante soorten duidelijk uitkomen. Vooral echter is veel aandacht gewijd aan het leven der plant, waarover men in de bovengenoemde beknopte Flora's niets vindt, terwijl Oudemans' Flora, hoe hoogst verdienstelijk ook, in dit opzicht natuurlijk verouderd is. Gaarne erkennen wij, dat hiervoor, behalve Prof. Hugo de Vries' Leerboek der Plantenphysiologie en andere werken, vooral Kerner von Marilaun's groot werk Pflanzenleben, waarvan juist dit jaar de tweede druk was gereed gekomen, ons van veel nut is geweest.

Zooals men op bijna elke bladzijde kan bemerken, werden deze schetsen geschreven niet met herbarium—exemplaren maar met de rijke bloeiende plant zelf voor ons, en indien hier en daar een beschrijving niet zoo levendig en de schets van de vaak zoo merkwaardige levensverrichtingen niet zoo uitvoerig is, als wij wel zouden gewenscht hebben, dan wijte men dit voor een deel aan de beknoptheid, waartoe wij ons hadden verplicht, en die ook een grootere gedrongenheid in den stijl heeft noodzakelijk gemaakt dan ons overigens lief was.

Wij hebben ons namelijk streng aan het vooraf vastgesteld plan gehouden, om over elke plant, slechts één bladzijde tekst te geven, opdat onmiddelijk daar naast de afbeelding kon geplaatst worden, zoodat men, bij het lezen steeds die afbeelding voor oogen heeft en ook niet meer dan die ééne. Hierdoor toch associëeren zich in den geest van den gebruiker van het boekje, naam, beschrijving en afbeelding tot één geheel, wat het behoud van het plantenbeeld in het geheugen veel beter verzekert, dan het op één bladzijde afgebeeld vinden van verscheidene planten, waarvan op andere bladzijden de beschrijving wordt gegeven. De te Stuttgart verschenen werkjes van Dr. M. Fünfstück Botanischer Taschenatlas en [ - ]een overweldigend blij gevoel zijn, wat ons eerst slechts uit beschrijving of afbeelding bekend was, in de natuur nog schooner en heerlijker terug te vinden, of omgekeerd beschreven te vinden, wat wij zelf in bloem, blad of knop reeds hadden ontdekt. Vooral omdat daarbij steeds de weelde komt, van er aan te mogen denken, dat die heerlijke kunstwerken van moeder natuur telken jare worden vernieuwd en zij, zoolang ons leven duurt, steeds nieuwe schatkamers van haar kunst voor ons wil open stellen.

Het boekje is con amore geschreven, het is het werk van ons zomerleven. Moge het velen bij het gebruik een weinig van het genot schenken dat de samenstelling in zoo ruime mate heeft geschonken aan


schrijfster en schrijver.
 


Lochem, Febr. 1898. [ - ]


 

Aan den voet der bladzijden, waarop de afbeeldingen voorkomen, zijn enkele volksnamen van de afgebeelde plant genoemd, en wordt tevens de bladzijde vermeld van de beschrijving der plant in het mede bij den uitgever dezes verschenen werk: H. Heukels, Schoolflora van Nederland, zevende, verbeterde en vermeerderde druk.


 
Afkomstig van Wikisource NL, de Vrije Bron. "https://nl.wikisource.org/w/index.php?title=Plantenschat&oldid=192871"