Auteur:Petrus Herman Scheltema
Uiterlijk
(Doorverwezen vanaf P.H. Scheltema)
Petrus Herman Scheltema | |
Geboren | Den Haag, 2 februari 1856 |
Overleden | Voorburg, 13 augustus 1923 |
Nationaliteit | Nederlands |
Genre(s) | Proza |
Taal of talen | Nederlands |
Belangrijkste werk(en) | zie lijst |
Meer over Petrus Herman Scheltema op Wikipedia |
Petrus Herman Scheltema (1856-1923) was een Nederlands architect.
Werk
[bewerken]- Aan de Redactie van het Bouwkundig Weekblad (24 december 1884).
- Geachte heer redacteur (6 maart 1886).
- De St.-Stevenskerk te Nijmegen (14 september 1895).
- Het spijt ons [...] (18 mei 1901).
- Het maken van bestekken [1] (9 november 1901).
- Het maken van bestekken [2] (16 november 1901).
- Den lezer heil! (4 januari 1902).
- Gaarne plaatsen wij het bovenstaande [...] (23 augustus 1902).
- Nieuwe sprokkelingen. Een boekbeschouwing (1 november 1902).
- Gaarne plaatsen wij het bovenstaande [...] (6 december 1902).
- Men kan voor afvoerbuizen van privaten bezigen [...] (31 januari 1903).
- Naschrift (21 februari 1903).
- Uit de residentie (6 juni 1903).
- Afbreken op ieder gebied (8 augustus 1903).
- Een bezoek aan de carrières van de Ourthe [1] (22 augustus 1903).
- Een bezoek aan de carrières van de Ourthe [2] (29 augustus 1903).
- Een bezoek aan de carrières van de Ourthe [3] (5 september 1903).
- Nu de heer Weissman ons, als ware het, de pen uit de hand neemt [...] (5 maart 1904).
- Beperking der Steenproductie (7 mei 1904).
- Het is ons niet bekend, aan welke bronnen de bovenstaande gegevens ontleend zijn [...] (11 februari 1905).
- Naschrift (11 maart 1905).
- Het St. Nicolaas-Gasthuis te ’s-Gravenhage (25 maart 1905).
- Bovenstaande circulaire is dezer dagen verspreid [...] (24 juni 1905).
- Op welke gronden [...] (1 juli 1905).
- Wij hebben ons met opzet onthouden van kritiek [...] (3 maart 1906).
- Wij hopen, dat de geachte inzender [...] (28 april 1906).
- Ingezonden stukken (19 mei 1906).
- Prijsvraag gemeentehuis te Zeist (21 juli 1906).
- Wij zagen geen bezwaar in de plaatsing van bovenstaand stukje [...] (28 juli 1906).
- A. P. Zendt ons een uitvoerig ingezonden stuk ter plaatsing [...] (29 september 1906).
- Naschrift (13 oktober 1906).
- Gaarne plaatsen wij bovenstaand verslag [...] (3 november 1906).
- Prijsvragen (3 november 1906).
- Technisch Onderwijs (17 november 1906).
- De hierboven afgedrukte Berlijnsche correspondentie [...] (17 november 1906).
- Ofschoon wij het nut van een afbrekende kritiek, gericht tegen de jury der Zeister prijsvraag betwijfelen [...] (22 december 1906).
- Den heer van Dillewijn kunnen wij mededeelen [...] (18 mei 1907).
- Adres in zake het Vredespaleis (1 juni 1907).
- Naschrift bij I. Gosschalk (19 oktober 1907).
- Naschrift bij Ingezonden stukken (23 november 1907).
- Naschrift bij Kalkzandsteen (7 december 1907).
- Naschrift bij Teleurstelling (1 februari 1908).
- Noot bij Een geschiedschrijver (11 april 1908).
- Uit Insulinde (30 mei 1908).
- De Haagsche Raadhuisplannen [1] (2 mei 1908).
- De Haagsche Raadhuisplannen [2] (16 mei 1908).
- De Haagsche Raadhuisplannen [3] (27 juni 1908).
- Naschrift bij De tentoonstelling van Bouwkunst in den Haag (19 september 1908).
- Naschrift bij Ingezonden stukken (14 november 1908).
- Het graf van Don Emanuel van Portugal te Delft (23 januari 1909).
- Naschrift bij Van een misverstand, dat geen misverstand was (20 maart 1909).
- Het Uitbreidingsplan van 's-Gravenhage I (26 juni 1909).
- Het Uitbreidingsplan van 's-Gravenhage II (3 juli 1909).
- Automobiel-Garages I (2 oktober 1909).
- Automobiel-Garages II (16 oktober 1909).
- Automobiel-Garages III (6 november 1909).
- Automobiel-Garages IV (13 november 1909).
- Automobiel-Garages V (27 november 1909).
- Het St. Catharine-gasthuis te Gouda (23 oktober 1909).
- Antwoord op Vraagbaak (27 november 1909).
- Naschrift bij Opstelling van grafzerken (26 februari 1910).
- Inleiding bij Waterleidingplannen [1] (12 maart 1910).
- Inleiding en naschrift bij Waterleidingplannen [2] (19 maart 1910).
- Naschrift bij Het schilderen der huizen (9 april 1910).
- Het steenbakken volgens de Hollandsche methode [1] (25 juni 1910).
- Inleiding bij Het steenbakken volgens de Hollandsche methode [2] (23 juli 1910).
- Wetgevende Arbeid van Bouwkundige Vereenigingen (1 oktober 1910).
- Aannemerij (29 oktober 1910).
- Naschrift bij Schoonheidscommissie voor de gemeente ’s-Gravenhage (19 november 1910).
- Eigen beheer (24 december 1910).
- Naschrift bij Ingezonden stukken (4 februari 1911).
- Een zeer belangrijk boek (1) (20 mei 1911).
- Een zeer belangrijk boek (2) (27 mei 1911).
- Een zeer belangrijk boek (3) (3 juni 1911).
- Een zeer belangrijk boek (4) (10 juni 1911).
- Naschrijft bij Vlissingen (23 december 1911).
- Naschrift bij De toren in de „levende stad” (30 december 1911).
- Automobiel-Garage [1] (6 januari 1912).
- Automobiel-Garage [2] (13 januari 1912).
- Het Huis van „het Nederlandsche Roode Kruis” te ’s Gravenhage (1) (15 juni 1912).
- Het Huis van „het Nederlandsche Roode Kruis” te ’s Gravenhage (2) (22 juni 1912).
- Bericht (29 juni 1912).
- Het streven van „Nehalennia” (11 januari 1913).
- Bijdrage in Het Haagsche Schouwburgvraagstuk (15 februari 1913).
- Naschrift bij Ingezonden Stukken (12 april 1913).
- Dr. P.H. Eijkman (16 mei 1914).
- Naschrift bij Het nieuwe plan der Maatschappij „Zorgvliet” (6 juni 1914).
- J.F.L. Frowein (11 juli 1914).
- Naschrift bij De Schoonheidscommissie en de Mij. Park Zorgvliet (10 oktober 1914).
- Jan Springer (5 juni 1915).
- Onze Monumenten (3 juli 1915).
- Naschrift bij De voormalige Nieuwe- of St. Jacobstoren te Leeuwarden (7 augustus 1915).
- Naschrift bij Nijmegen en de Romeinsche Oudheden (7 augustus 1915).
- J. van der Endt Jsz. (15 januari 1916).
- Naschrift bij De Esthetiek van Beuron (5 februari 1916).
- Een bouwwerk van Pieter Post in gevaar (6 mei 1916).
- Prijsvraag voor een Schaftlokaal voor Trampersoneel (1) (24 juni 1916).
- Prijsvraag voor een Schaftlokaal voor Trampersoneel (2) (1 juli 1916).
- Club van Haagsche leden van het genootschap A. et A. (1) (5 augustus 1916).
- Een lezing over Moderne Kunst [1] (3 maart 1917).
- Een lezing over Moderne Kunst [2] (17 maart 1917).
- Naschrift bij Salarieering van bouwkundigen arbeid in particulieren en openbaren dienst (14 juli 1917).
- Naschrift bij Ingezonden stukken (13 oktober 1917).
- Club van Haagsche leden van het genootschap A. et A. (2) (24 november 1917).
- Naschrift bij Een prijsvraagkwestie (19 januari 1918).
- P.H. Scheltema (1918) ‘Moderne Bouwkunst en Baksteen. (Bij eenige werken van Jan Wils), Klei, 10e jaargang, nummer 5, p. 49 e.v.
- Bericht (21 december 1918).
- Bericht (28 december 1918).
- P.H. Scheltema (1919), ‘De herleving van den Baksteenbouw in de negentiende eeuw en onzen tijd’, Klei, 11e jaargang, nummer 12, pp. 143-144.
- P.H. Scheltema (1919), ‘De herleving van den Baksteenbouw in de negentiende eeuw en onzen tijd. Vervolg’, Klei, 11e jaargang, nummer 16, pp. 188-192.
- P.H. Scheltema (1919), ‘De herleving van den Baksteenbouw in de negentiende eeuw en onzen tijd. Slot’, Klei, 11e jaargang, nummer 17, pp. 202-204.
- P.H. Scheltema (1919) ‘Rotterdamsche Bouwkunst’, Klei, 11e jaargang, nummer 19, pp. 225-227.
- Les réactionnaires d’Arras (mei 1919).
- P.H. Scheltema (1920) ‘Haardsteenen’, Klei, 12e jaargang, nummer 1, pp. 3-5.
Secundaire literatuur
[bewerken]- Anoniem (8 november 1886) ‘Vervolg Nieuwstijdingen’, Het Nieuws van den Dag, 5e blad, [p. 3].
- Anoniem (9 april 1907) ‘Men verneemt, dat tot hoofdopzichter der koninklijke paleizen is aangesteld [...]’, Amersfoortsch Dagblad, Eerste blad, [p. 2].
- Anoniem (13 april 1907) ‘Personalia’, De Opmerker, 42e jaargang, nummer 15, p. 120.
- Anoniem (24 januari 1914) ‘De Groothertogin van Luxemburg [...]’, Amersfoortsch Dagblad, Eerste Blad, [p. 2].
- Jan de Quack (11 januari 1919) ’Scheltema. Opmerker’, De Opmerker, 54e jaargang, nummer 2, p. 5. Zie [1].