Apocriefe boeken/Jezus Sirach 19

Uit Wikisource
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Jezus Sirach 19

Auteur Anoniem
Genre(s) Religie
Brontaal Nederlands
Datering 1906
Vertaler Adolf Visscher (1686-1746)
Bron Anoniem (1906) De apocriefe boeken. Uit de Hoogduitsche vertaling van M. Luther eertijds door Adolf Visscher in het Nederduitsch overgezet, [Amsterdam]: Nederlandsch Bijbelgenootschap, p. 57. Zie Bestand:De apocriefe boeken p 057.jpg.
Auteursrecht Publiek domein
Het boek van Jezus Sirach
Hoofdstuk 1 · Hoofdstuk 2 · Hoofdstuk 3 · Hoofdstuk 4 · Hoofdstuk 5 · Hoofdstuk 6 · Hoofdstuk 7 · Hoofdstuk 8 · Hoofdstuk 9 · Hoofdstuk 10 · Hoofdstuk 11 · Hoofdstuk 12 · Hoofdstuk 13 · Hoofdstuk 14 · Hoofdstuk 15 · Hoofdstuk 16 · Hoofdstuk 17 · Hoofdstuk 18 · Hoofdstuk 19 · Hoofdstuk 20 · Hoofdstuk 21 · Hoofdstuk 22 · Hoofdstuk 23 · Hoofdstuk 24 · Hoofdstuk 25 · Hoofdstuk 26 · Hoofdstuk 27 · Hoofdstuk 28 · Hoofdstuk 29 · Hoofdstuk 30 · Hoofdstuk 31 · Hoofdstuk 32 · Hoofdstuk 33 · Hoofdstuk 34 · Hoofdstuk 35 · Hoofdstuk 36 · Hoofdstuk 37 · Hoofdstuk 38 · Hoofdstuk 39 · Hoofdstuk 40 · Hoofdstuk 41 · Hoofdstuk 42 · Hoofdstuk 43 · Hoofdstuk 44 · Hoofdstuk 45 · Hoofdstuk 46 · Hoofdstuk 47 · Hoofdstuk 48 · Hoofdstuk 49 · Hoofdstuk 50 · Hoofdstuk 51


[57]

[...]

HOOFDSTUK 19.

Waarschuwing voor uitspattingen, gezwets en arglistigheid.

  EEN arbeider, die zich gaarne vol drinkt, wordt niet rijk; en wie het
2 weinige verwaarloost, die neemt allengkens af. Wijn en a vrouwen a 1 Kon. 11 : 3, 4.
3 maken de wijzen dwaas; en wie de hoeren aanhangen, worden woest,
  en krijgen motten en wormen ten loon en verdorren, anderen tot een
  opmerkelijk voorbeeld.
4       Wie licht gelooft, die is lichtvaardig en doet zichzelf schade, als hij
  zich zoo laat verleiden.
5       Wie zich verheugt, omdat hij looze streken kan bedrijven, die wordt
  veracht; maar wie zulke onnutte snappers haat, die voorkomt schade.
6       Hoort gij wat kwaads, zag dat niet na, want zwijgen schaadt u niet;
7 gij moet het aan vriend noch vijand zeggen; 8 en openbaar het niet, zoo
9 gij het zonder een kwaad geweten doen kunt, want men hoort u wel
10 aan en let daarop, maar men haat u evenwel. Hebt gij iets gehoord,
  laat het met u sterven, dan hebt gij een gerust geweten; want gij zult
11 er immers niet van bersten. Maar een dwaas lijdt weeën van zijn geheim,
12 gelijk eene moeder van een voldragen kind; want een heimelijk woord
  pijnigt het hart van den dwaas, gelijk een pijl, die in de heup steekt.
13 Spreek uwen naaste daarover aan: misschien heeft hij het niet gedaan;
14 of, zoo hij het gedaan heeft, dat hij het niet weer doe. Spreek uwen
  naaste daarover aan: misschien heeft hij het niet gesproken; maar heeft
15 hij het gezegd, dat hij het niet weer doe. Spreek uwen vriend daar-
  over aan; want men liegt gaarne van de lieden, daarom geloof niet alles
16 wat gij hoort: b dikwijls ontglipt iemand een woord en hij meent het b Jak. 3 : 2.
  echter zoo niet; want wie is er, wien niet somtijds een woord ontglipt?
17 Spreek uwen naaste daarover aan, eer gij met hem twist; en denk aan
18 Gods gebod; c want de vreeze Gods maakt, dat men wijs handelt in alle c Ps. 111 : 10.
  zaken, en Gods gebod leert verstandig handelen in alle bedrijven.
19       Arglistigheid is geen wijsheid en de streken der goddeloozen zijn geen
20 verstand, maar boosheid en afgoderij en enkel dwaasheid en onverstand.
21 Een klein verstand met godsvrucht is beter dan een groot verstand met
22 godsverachting. Menigeen is scherpzinnig en nochtans een bedrieger en
23 kan de zaken draaien zooals hij het hebben wil. Deze bedrieger kan het
  hoofd laten hangen en er ernstig uitzien, en het is echter enkel bedrog:
24 hij slaat de oogen neder en luistert met doove ooren; en zoo gij geen
25 acht op hem slaat, zal hij u verrassen; en al is hij te zwak om u schade
26 te doen, zoo zal hij u evenwel, als hij zijnen tijd ziet, achterhalen. Men
  kan het iemand wel aanzien wat voor een man hij is, en een verstandige
27 herkent men aan zijne gebaren; want zijne kleeding, zijn lach en zijn
  gang ontdekken hem.