Apocriefe boeken/Jezus Sirach 35

Uit Wikisource
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Jezus Sirach 35

Auteur Anoniem
Genre(s) Religie
Brontaal Nederlands
Datering 1906
Vertaler Adolf Visscher (1686-1746)
Bron Anoniem (1906) De apocriefe boeken. Uit de Hoogduitsche vertaling van M. Luther eertijds door Adolf Visscher in het Nederduitsch overgezet, [Amsterdam]: Nederlandsch Bijbelgenootschap, p. 71. Zie Bestand:De apocriefe boeken p 071.jpg.
Auteursrecht Publiek domein
Het boek van Jezus Sirach
Hoofdstuk 1 · Hoofdstuk 2 · Hoofdstuk 3 · Hoofdstuk 4 · Hoofdstuk 5 · Hoofdstuk 6 · Hoofdstuk 7 · Hoofdstuk 8 · Hoofdstuk 9 · Hoofdstuk 10 · Hoofdstuk 11 · Hoofdstuk 12 · Hoofdstuk 13 · Hoofdstuk 14 · Hoofdstuk 15 · Hoofdstuk 16 · Hoofdstuk 17 · Hoofdstuk 18 · Hoofdstuk 19 · Hoofdstuk 20 · Hoofdstuk 21 · Hoofdstuk 22 · Hoofdstuk 23 · Hoofdstuk 24 · Hoofdstuk 25 · Hoofdstuk 26 · Hoofdstuk 27 · Hoofdstuk 28 · Hoofdstuk 29 · Hoofdstuk 30 · Hoofdstuk 31 · Hoofdstuk 32 · Hoofdstuk 33 · Hoofdstuk 34 · Hoofdstuk 35 · Hoofdstuk 36 · Hoofdstuk 37 · Hoofdstuk 38 · Hoofdstuk 39 · Hoofdstuk 40 · Hoofdstuk 41 · Hoofdstuk 42 · Hoofdstuk 43 · Hoofdstuk 44 · Hoofdstuk 45 · Hoofdstuk 46 · Hoofdstuk 47 · Hoofdstuk 48 · Hoofdstuk 49 · Hoofdstuk 50 · Hoofdstuk 51


[71]

[...]

HOOFDSTUK 35.

Over Gode welbehagelijke offers. — Verhooring van het gebed.

  a GODS wet houden, is een rijk offer. 2 Gods geboden hoogachten, dat a 1 Sam. 15 : 22.
3 helpt wèl. God danken, is het rechte meelbloemoffer. 4 b Barmhartigheid b Hebr. 13 : 16.
5 oefenen, is het rechte dankoffer. Van zonden afstaan, is een godsdienst,
  die den Heer behaagt; en ophouden van onrecht te doen, is een recht
  verzoenoffer.
6       Gij moet daarom echter niet c ledig voor den Heer verschijnen; 7 want c Deut. 16 : 16.
8 zulks moet men óók doen wegens Gods gebod. Het offer des rechtvaardigen
9 maakt het altaar rijk, d en zijn geur is zoet voor den Hoogste. Het offer d Gen. 8 : 21.
10 des rechtvaardigen is aangenaam, en hij wordt nooit vergeten. Geef God
  zijne eer met vroolijke oogen en uwe e eerstelingen zonder eenig gebrek. e Ex. 23 : 19.
11 Hetgeen gij geeft, geeft dat gaarne; en heilig uwe f tienden vroolijk. f Lev. 27 : 30, 32.
12 Geef de Hoogste naar hetgeen hij u verleend heeft; en wat uwe hand
13 vermag, g geef dat met vroolijke oogen; want de Heer, die een vergelder g 2 Kor. 9 : 7.
14 is, zal het u zevenvoudig vergelden. h Besnoei uwe gaven niet, want dat h Lev. 22 : 20.
15 is niet aangenaam. Zoek geen voordeel, als gij offeren zult; want de Heer
  is een wreker, en voor hem geldt geen aanzien des persoons.
16       Hij helpt den arme en ziet den persoon niet aan en verhoort het ge-
17 bed desgenen, die onrecht lijdt. i Hij veracht het gebed en van den wees i Ex. 22 : 22.
18 niet, noch de weduw, als zij klaagt. De tranen der weduwe vloeien wel
19 langs de wangen nederwaarts, maar zij roepen opwaarts tegen dengeen,
20 die ze haar uitperst. Wie God dient met lust, is aangenaam, en zijn
21 gebed reikt tot in de wolken. Het gebed des ellendigen dringt door de
  wolken en rust niet voordat het daarheen komt, en houdt niet op, totdat
22 de Hoogste het verhoort; en de Heer zal rechtvaardig richten en straffen,
  en niet uitstellen noch langer verdragen, totdat hij den onbarmhartigen de
23 lendenen in stukken sla, en zich aan zulke lieden wreke en allen verdelge,
  die denzulken leed aandoen en het geweld der onrechtvaardigen terneder-
24 werpe, en een iegelijk geve naar zijne werken en hen loone zooals zij het
25 verdiend hebben, en zijn volk wreke, en het verheuge met zijne barm-
26 hartigheid. Gelijk de regen ten goede komt, als het droog is, zoo
  komt de barmhartigheid ook in den nood ter rechter tijd.